Carll Cneut liet zich inspireren door het schilderij van Pieter Bruegel voor zijn nieuwe, schitterende prentenboek, Dulle Griet. Een verhaal van alle tijden.
Een paar jaar geleden zei illustrator Carll Cneut: ,,Ik heb het gevoel dat alles wat ik tot op heden heb gedaan een voorbereiding is op wat nog moet komen. Ik heb mijn teken-, vorm- en kleurbeheersing ontwikkeld. Mijn mogelijkheden zijn veel groter en breder dan toen ik begon, dus kan ik veel gerichter keuzes maken in functie van een bepaald boek.'' Toen ik in 2003 Mijnheer Ferdinand las, dacht ik: dit is zijn magnum opus, dit kan hij onmogelijk overtreffen.
Terwijl ik de adembenemende prenten in Dulle Griet bekijk, besluit ik dat voor Carll Cneut elk nieuw boek een voorbereiding is op nog mooier en sterker werk. Zelden heeft een boek mij van bij de eerste aanblik zo verwonderd en bekoord als Dulle Griet . Bij elke prent blijf je stilstaan, je wil alles zien, alles begrijpen. Je reist van heden naar verleden, naar een tijd die getekend is door onrust en geweld. Mensenlevens worden beheerst door het verlangen naar aanvaarding en een diepgewortelde angst voor de dood. De geschiedenis van de mensen is er een van vele kleine verhalen met telkens datzelfde onafwendbare eindpunt.
Dulle Griet is geïnspireerd op het gelijknamige schilderij van Pieter Bruegel de Oude (1525-1569), een werk waarvan uiteenlopende interpretaties bestaan. Wie dit boek leest, ziet dat ook de interpretaties van auteur Geert de Kockere en illustrator Carll Cneut niet altijd synchroon lopen. Tekst en beeld verwijderen zich soms van elkaar, en vreemd genoeg zorgt juist dat voor de betovering. Het versterkt de dubbelzinnige positie van de hoofdfiguur: Griet wordt uitgespuwd door de gemeenschap, maar blijft er onverbrekelijk mee verbonden.
Geert de Kockere volgt in zijn verhaal de goegemeente, die iedereen die afwijkt genadeloos afstraft. Maar Griet laat zich niet kneden. Zij botst voortdurend op afwijzing, maar dat maakt haar alleen maar baldadiger. Ze tart haar omgeving, ze tart het leven en de dood. Als iedereen zegt dat ze naar de hel kan lopen, dan doet ze dat, wie weet wil de duivel haar wel hebben, misschien heeft hij wel een hart voor haar. De Kockere vertelt over een vrouw die zich in sneltreinvaart tegen het noodlot te pletter loopt. Ze schrikt niet terug voor de grauwheid en de griezel: ,,Zij vond het kinderspel. Zij vond het amusant. Zij voelde er zich thuis.''
Cneuts verhaal begint heel spannend met een onheilspellende, duistere cover. Cneut daagt je uit: durf je het aan om met zo weinig informatie het blad om te slaan? Weet je zeker dat je hier naar binnen wil? Op de titelbladzijde wordt die onrust even getemperd, je ziet een soort schilderspalet. Een dot verf hier en daar, ruw vermengd met andere kleuren. ,,Daar begint het allemaal mee, lijkt Cneut te zeggen, ,,een lik verf, een krabbel, een schets''. Op de volgende bladzijde vergeet je meteen dat het zo begint, want daar suggereert hij door een bijzondere compositie dat hij de figuren kant-en-klaar uit een magische verftube heeft geknepen.
Vanaf de tweede tekening zit je volop in de wereld van Dulle Griet. Het is een benauwende wereld vol kijvende, agressieve mensen. Griet is de zondebok en ze vervult die rol met verve. Waarom braaf zijn als iedereen al heeft beslist dat je niet deugt? En hoewel je in de tekst leest wat een lastpost ze is, vind je haar dapper. Wat een kracht gaat er van dit boze, broze mensje uit. Ze laat zich niet knechten, ze doet haar zin.
Op de volgende prent zien we Griet als volwassen vrouw. Tierend, spuwend en stampend. Ze heeft een verpletterende persoonlijkheid. Cneut tekent, net als Bruegel, kleine verhalen in de rand. Je ziet devote nonnen, huizen die uit hun voegen barsten. Het is een wereld die gebrandmerkt is door leugens en hypocrisie. Je denkt terug aan de periode waarin Bruegel zijn schilderijen maakte: de Spaanse repressie, de beeldenstorm, tergend hoge belastingen.
Mensen werden zowel lichamelijk als geestelijk aan banden gelegd. Maar in een gemeenschap die geteisterd wordt door geweld en onderdrukking, blijken veel mensen zich in hun kleine kringetje van slachtoffer tot beul te verheffen. Zij hebben er baat bij een zondebok aan te wijzen, zodat de aandacht niet op hen valt.
Je beseft dan dat deze Dulle Griet een oneindig verhaal vertelt, een geschiedenis die zich voortdurend herhaalt. Ook vandaag doen we ons best om in de pas te lopen en vergeten we waar we echt naar toe wilden. Cneut toont via een benauwende plaat dat ontsnappen onmogelijk is, er is simpelweg geen ruimte voor. De enige figuur op deze prent waar enige rust van uitgaat, is de dood, de gids die we willens nillens volgen, triomfator over goed en kwaad.
Net als Bruegel verfraait Cneut de realiteit niet, hij toont hoe mensen elkaar de duvel aandoen. Hij legt de wreedheid en verdorvenheid in hun gelaatstrekken vast.
Hoe verder Griet gaat, hoe zichtbaarder de dood wordt. Tekst en beeld lopen steeds verder uit elkaar. Waar de tekst vertelt dat Griet zich in haar element voelt, tonen de illustraties een kwetsbare vrouw.
Ze is vrouwelijker en zachter dan de figuur op het schilderij van Bruegel, maar even krachtig en, net als bij Bruegel, veeleer getekend door wanhoop en verbetenheid dan door lelijkheid. Het is een vrouw die de strijd aanbindt met haar kwelduivels, maar geen hoop heeft op verlossing. Carll Cneut geeft een meesterlijke interpretatie van een eeuwenoud verhaal. In de boekhandel vindt u dit werk wellicht op de jeugdafdeling, maar het zou me niet verbazen als deze Dulle Griet ook tussen de kunstboeken belandt.
GEERT DE KOCKERE & CARLL CNEUT
Dulle Griet. De Eenhoorn, Wielsbeke, 32 blz., 17,50 eur.
DE AUTEURS
Carll Cneut (1969) werkt als illustrator voor verschillende kindertijdschriften en heeft sinds 1996 een tiental kinderboeken geïllustreerd. Hij won al diverse belangrijke bekroningen in binnen- en buitenland.
Geert de Kockere (1962) is hoofdredacteur van Kits , een actualiteitenblad voor jongeren. Hij schrijft verhalen en gedichten.
Masquer le texte