Hilde Van Mieghem heeft de grote gevoelens nooit geschuwd. Niet als actrice, niet als regisseur, en nu ze debuteert met een decennia overspannend verhaal over drie hartsvriendinnen, ook niet als schrijver. Maar grote gevoelens leveren niet per se grote literatuur op.
De normale broedperiode van een duif bedraagt iets van een zeventien dagen, maar Van Mieghem broedde al meer dan twintig jaar op haar Drie duifkes, een deels op haar eigen familiegeschiedenis geïnspireerd verhaal over drie vrouwen die tussen 1920 en 1964 lief en (vooral) leed met elkaar delen. Dat Van Mieghem de afgelopen jaren heel wat ervaring opdeed als scenarist merk je meteen aan de openingsscène, een huwelijksfeest in de jaren 60 van de vorige eeuw. Een hele roman lang zal het verhaal soepel verspringen tussen die ene dag in 1964 en de grofweg veertig jaren die eraan voorafgingen. Dat ze voor de tv-adaptatie (die er ongetwijfeld komt) een heel goeie set designer nodig zal hebben, word…Lire la suite
Hilde Van Mieghem heeft de grote gevoelens nooit geschuwd. Niet als actrice, niet als regisseur, en nu ze debuteert met een decennia overspannend verhaal over drie hartsvriendinnen, ook niet als schrijver. Maar grote gevoelens leveren niet per se grote literatuur op.
De normale broedperiode van een duif bedraagt iets van een zeventien dagen, maar Van Mieghem broedde al meer dan twintig jaar op haar Drie duifkes, een deels op haar eigen familiegeschiedenis geïnspireerd verhaal over drie vrouwen die tussen 1920 en 1964 lief en (vooral) leed met elkaar delen. Dat Van Mieghem de afgelopen jaren heel wat ervaring opdeed als scenarist merk je meteen aan de openingsscène, een huwelijksfeest in de jaren 60 van de vorige eeuw. Een hele roman lang zal het verhaal soepel verspringen tussen die ene dag in 1964 en de grofweg veertig jaren die eraan voorafgingen. Dat ze voor de tv-adaptatie (die er ongetwijfeld komt) een heel goeie set designer nodig zal hebben, wordt helaas al even duidelijk. Geen enkel decennium dat Van Mieghem voorbij laat komen, weet ze overtuigend in te kleuren. Daarvoor blijft ze veel te dicht bij de, immer geëxalteerde, gevoelens van haar hoofdpersonages. Die krijgen met gedwongen huwelijken, verkrachtingen, oorlogswinters en mishandeling dan ook heel wat te verduren.
Dat Van Mieghem voluit kiest voor een verhaal over zusterschap hoeft niemand te verbazen. Het staat buiten kijf dat ze over de positie van de vrouw heel wat te vertellen heeft. Het ontbreekt haar alleen aan het talent om dat in een roman te doen. Net als in haar films, verwart Van Mieghem stijl en sentiment. De literaire ambitie van De drie duifkes beperkt zich tot het teweegbrengen van een minimale vorm van ontroering en dat probeert de schrijfster te bewerkstelligen door haar lezers te bombarderen met een stortvloed aan miserie. De tenenkrullende taal van De drie duifkes is die van een stationsromannetje. Er wordt gezwolgen en gesmacht. Geen enkele metafoor is origineel. Hemels zijn staalblauw, mensen zijn aan de grond genageld, de bliksem slaat verrassend vaak in en lichamen staan doorgaans in vuur en vlam. Van Mieghem vertelt al haar hele leven in verschillende vormen verhalen. Daardoor weet ze haar lezers wel degelijk vakkundig van punt A naar punt B te leiden. Alleen valt er op beide locaties literair gezien erg weinig te beleven. De drie duifkes is een historische roman zonder sprekende historische details, een psychologische roman zonder diepgang, een verhaal om het verhaal. Zo heeft Van Mieghem er ongetwijfeld nog een dozijn klaarzitten, maar voor ze die op papier zet, moet ze zich afvragen of een literaire roman de meeste geschikte vorm is om ze te vertellen.
De Arbeiderspers, 408 blz., 24,99 € (e-boek 13,99 €).
Masquer le texte