Het verleden tot leven brengen. Informatie en avontuur verzoenen. Dat zijn de twee uitdagingen die Karel Verleyen en Frank Leys in Het oog van de zon op een geslaagde manier hebben aangepakt.
Hoofdfiguur van het verhaal over het oude Egypte is Collantus, een jonge Griek die bij het begin van de vijfde eeuw als schrijver naar het Mouseion in Alexandrië komt om er te werken voor Hypatia, een vermaarde geleerde en filosofe. Aan boord van het schip dat hem naar Egypte brengt, ontmoet hij de aantrekkelijke Aset. Zij zorgt voor een tweede verhaaldraad, met een vleugje romantiek.
Hypatia ontdekt al snel Collantus' bijzondere gaven als verteller. Hij kan de eeuwenoude teksten doen leven. Op een dag neemt Hypatia hem mee naar de piramiden van Gizeh. Om de teksten die hij ter studie kreeg, tot leven te wekken, leeft hij zich in in de figuur van een beeldhouwer uit de tijd van koning Cheops. Zo maakt de lezer de bouw van de piramide, de ellendige arbeidsomstandigheden en de begra…Lire la suite
Het verleden tot leven brengen. Informatie en avontuur verzoenen. Dat zijn de twee uitdagingen die Karel Verleyen en Frank Leys in Het oog van de zon op een geslaagde manier hebben aangepakt.
Hoofdfiguur van het verhaal over het oude Egypte is Collantus, een jonge Griek die bij het begin van de vijfde eeuw als schrijver naar het Mouseion in Alexandrië komt om er te werken voor Hypatia, een vermaarde geleerde en filosofe. Aan boord van het schip dat hem naar Egypte brengt, ontmoet hij de aantrekkelijke Aset. Zij zorgt voor een tweede verhaaldraad, met een vleugje romantiek.
Hypatia ontdekt al snel Collantus' bijzondere gaven als verteller. Hij kan de eeuwenoude teksten doen leven. Op een dag neemt Hypatia hem mee naar de piramiden van Gizeh. Om de teksten die hij ter studie kreeg, tot leven te wekken, leeft hij zich in in de figuur van een beeldhouwer uit de tijd van koning Cheops. Zo maakt de lezer de bouw van de piramide, de ellendige arbeidsomstandigheden en de begrafenisplechtigheid van nabij mee. Ook in andere verhalen confronteert Collantus de lezer met uitbuiting en sociaal onrecht.
Het wordt spannend als Collantus vermoedt dat Hypatia de ware reden voor hun bezoek aan de piramides verborgen houdt. Op een nacht betrapt hij haar terwijl ze een graf openbreekt en er de dodenrollen uit ontvreemdt. Die passage komt geforceerd over. Wel sterk is de woordenwisseling achteraf. Net als in andere fragmenten waarin Hypatia zichzelf verliest, krijgt ze er een menselijker gezicht.
De dodenboeken zullen mee tot Hypatia's ondergang leiden. Ze bevatten teksten die door de christenen als godslasterend worden ervaren. De spanning neemt toe als patriarch Cyrillus een ware kruistocht begint tegen de ,,ongelovigen''. Ten slotte raakt het gepeupel losgeslagen. Het Mouseion, als tempel van de wetenschap, wordt aangevallen en in brand gestoken. Honderdduizenden boeken gaan in de vlammen op. Op bevel van Hypatia kan Collantus enkele papyrussen redden. In de belegerde haven wordt hij gered door Aset, met een list die ze ontleende aan Cleopatra. Samen hopen ze het werk van Hypatia voort te zetten. Een aantrekkelijk einde voor de jonge lezers, maar wel het sluitstuk van een mager uitgewerkte verhaallijn met erg veel gelukkig toeval.
Het was de auteurs duidelijk minder om de ontwikkeling van de verhaallijn te doen dan om de verhalen uit en over het oude Egypte. Die verhalen zijn cursief gedrukt en daardoor meteen herkenbaar. Bijzonder knap is hoe ze telkens weer vanzelfsprekend aansluiten bij het kaderverhaal.
Meestal maken we er kennis mee via Collantus. Hij schrijft ze over van papyrussen, opschriften en potscherven, noteert ze uit de mond van vertellers, of verzint ze zelf op basis van oude fragmenten. Geregeld haalt hij ook andere schrijvers aan, vooral Herodotos.
Ook Hypatia, Aset en Intef brengen informatie aan. Vooral hun grote verscheidenheid maakt die verhalen zo boeiend. De lezer maakt kennis met de Egyptische scheppingsmythe, het beroemde verhaal van de zoektocht van Isis naar haar vermoorde man Osiris, het dodenboek, teksten over het leven aan het hof van Echnaton, de veldtochten van Ramses II en de intriges aan het hof van Hatsjepsoet, een brief van een grafschenner, een liefdesgedicht en zo meer.
De indruk van een andere wereld wordt versterkt door de stijl die in de meeste van deze teksten beeldrijker en ritmischer is. Toch treffen ook in het kaderverhaal geregeld heldere beelden en rake zegswijzen. In een discussie over het belang van de vrouwen in de geschiedenis, stelt Intef dat ze onbelangrijk zijn omdat er tussen de vijfhonderd koningen amper vier koninginnen waren. Daarop repliceert Aset vinnig: ,,Is dat niet idioot? Als je in een grote mand woestijnzand vier edelstenen vindt, zeg je dan ook dat het zand belangrijker is?''
In het boek komen wel meer confronterende uitspraken voor en ook die maken het boeiend. De eerste cursieve tekst is meteen raak. Hij komt uit een leerboek voor Egyptische schrijvers en stelt dat een schrijver vreselijk slap wordt, wat als voordeel heeft dat hij geen slaaf wordt maar zelf leiding kan geven: ,,Als hij één vraag stelt, kan hij wel duizend antwoorden krijgen.''
Het verhaal van Theuth over de uitvinding van het schrift klinkt nog krasser. De koning is erg kritisch: ,,Het schrift zal mensen niet verstandiger, maar juist dommer maken, want ze gaan hun geheugen verwaarlozen. Ze zien immers alles staan en hoeven niets meer te onthouden. Letters en beelden brengen een vage herinnering mee, van echte wetenschap krijgen leerlingen dan een wazige indruk, niet de werkelijkheid.''
De collageachtige tekeningen van André Sollie mengen fotografische afdrukken met tekeningen in Egyptische stijl tot een bevreemdend geheel dat de lezer uitdaagt naar verbanden te zoeken met de tekst en ze passen ze bij de magie die het hele boek uitstraalt.
Masquer le texte