Kate Summerscale werd in 2009 wereldberoemd met een true-crimeboek over een kindermoord in het victoriaanse Engeland. In Het opzienbarende verhaal van Robert Coombes heeft ze het over een oudermoord.
Op maandag 8 juli 1895 wonen de dertienjarige Robert Coombes en zijn broer Nathaniel een belangrijke cricketwedstrijd bij op de 'heilige' grond van de Lord's Cricket Club in Londen. De volgende dagen verpanden ze een paar dure horloges, geven het geld uit en genieten van het leven. Sommige buren en kennissen stellen zich vragen bij het gedrag van de twee en vragen zich af waar hun moeder is. Hun vader is zeeman op de lange vaart en ver van huis. Robert komt met diverse verklaringen, onder meer dat ze naar Liverpool is afgereisd omdat een rijke tante is gestorven. Maar dan worden enkele buren gealarmeerd door de stank die uit het huis van de familie Coombes komt. Een tante en een buurvrouw ontdekken het lijk van Emily Coombes in haar slaapkamer. Haar lijk is in verregaande staat van ontbinding. Schijnbaar onbewogen bekent Robert dat hij zijn moeder heeft doodgestoken. Het motief is warrig: zijn jongere broer had een pak rammel gekregen omdat hij eten had gestolen. Nathaniel wilde wraak nemen op zijn moeder en haar doodsteken, ook om Robert te beschermen, want die zou ook door haar worden aangepakt. Toen besloot de grote broer zijn moeder te vermoorden.
Heel gedetailleerd, tot en met de maden die uit het lijk van Emily Coombes kruipen, beschrijft Kate Summerscale wat er in die bloedhete dagen in juli 1895 is gebeurd in West Ham, een arme arbeiderswijk in Noord-Londen. Als de gruwelijke feiten bekend raken, storten de media zich op het verhaal. Het proces, waar de broers en een handlanger terechtstaan, wordt uitgebreid verslagen. Niet alleen de sensatiekranten smullen van de'gruwelijkste moord van de eeuw.' Allerlei experts getuigen in de krant en op de rechtbank dat de mensheid is vervallen tot krankzinnigheid, decadentie en moreel verval. Zelfs de 'decadente' geschriften van Oscar Wilde en Henrik Ibsen worden erbij gehaald. 'Wij verkeren nu midden in een ernstige psychische epidemie, in een soort zwarte dood van degeneratie en hysterie', schrijft een zelfverklaarde expert. Er wordt getoeterd over de 'snelheid en de druk van het moderne leven', de 'zucht naar onmiddellijk genot' en de 'benauwende woonomgeving in de steden' die ertoe leiden dat mensen ontsporen.
Aapachtige neigingen
Opvallend is dat Summerscale veel aandacht schenkt aan de 'penny dreadfuls', goedkoop uitgegeven sensatieromans die in die tijd populair waren en die Robert graag las. Die lectuur zou hem gewelddadig hebben gemaakt. Zelfs het beroemde medische tijdschrift The Lancet verklaarde hoe de lectuur van dit soort boekjes tot geweld kon aanzetten. Hun 'wetenschappelijk' oordeel: 'Mensen die tot een lager evolutionair type behoorden, vertoonden een aapachtige neiging tot nabootsen. Als ze in contact kwamen met verhalen van moord en zelfmoord, zouden gedegenereerde individuen ertoe aangezet kunnen worden de beschreven handelingen uit te voeren'. Verander 'penny dreadfuls' in 'gewelddadige videospelletjes' en je hebt meteen een verklaring die tegenwoordig vaak gebruikt wordt wanneer een jonge kerel een tragedie aanricht, denk aan de talloze schietincidenten in de VS of de raid van Hans Van Themsche in Antwerpen.
Uiteindelijk wordt Robert Coombes krankzinnig verklaard en opgesloten in de beruchte Broadmoor-gevangenis, waar geesteszieke criminelen terechtkwamen. Hij blijft er zeventien jaar en komt vrij in 1912. Dan neemt zijn verhaal een positieve wending. Hij emigreert naar Australië, wordt er soldaat en redt als brancardier op de slagvelden van Gallipoli en de Somme vele mensenlevens. Hij overlijdt in 1949.
Sociale geschiedenis
In een lange epiloog vertelt Summerscale over haar moeizame research naar het leven van Robert Coombes en heeft ze nog een verrassing van formaat in petto: het voormalige 'monster van verdorvenheid', een van de 'afvalproducten van de maatschappij', zoals hij door de toenmalige kranten werd getypeerd, kon ook een redder worden.
Kate Summerscale bewijst opnieuw dat zij met een misdaad als uitgangspunt een boeiend stuk sociale geschiedenis kan reconstrueren, gestoeld op uitputtende research. Het opzienbarende verhaal van Robert Coombes is niet alleen het verslag van een moedermoord, maar vertelt over zeden en gewoonten in het victoriaanse Engeland, over hoe de media werkten en hoe de psychologie, die nog in haar kinderschoenen stond, schijnbaar onverklaarbare gruweldaden probeerde te duiden. Summerscale heeft het verhaal van Robert Coombes niet opgevat als een spiegel voor onze huidige maatschappij en hoe wij kijken naar daders van uitzonderlijke moorden. Maar de parallellen zijn onmiskenbaar.
Vertaald door Ernst de Boer en Ankie Klootwijk, Nieuw Amsterdam, 397 blz., 22,99 €. Oorspronkelijke titel: 'The wicked boy'.
De auteur: Engelse journaliste die een voorkeur heeft voor waargebeurde victoriaanse moordmysteries. Dat bewees ze al met De vermoedens van Mr. Whicher.
Het boek: een dertienjarige jongen vermoordt zijn moeder in 1895. Uitputtend beschrijft Summerscale de moord, het proces en wat er daarna met de dader gebeurde. Met een verrassend einde.
ONS OORDEEL: opnieuw een uitstekend stuk sociale geschiedenis, opgehangen aan een spraakmakende moordzaak.
Masquer le texte