De zee zien

Koos Meinderts (auteur)
Public cible:
15 ans et plus
Genre:
Toen Kees vijftien was, overleed zijn vriend Jan na een val van een schoorsteenpijp. Nu hij bijna zeventig is, kijkt Kees terug op zijn vriendschap met Jan en op zijn verliefdheid op Jans tweelingzus Marijke. Gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Vanaf ca. 15 jaar.
Titre
De zee zien
Auteur
Koos Meinderts
Langue
Néerlandais
Éditeur
Utrecht: Uitgeverij De Fontein Jeugd, 2016 | Autres éditions
158 p.
ISBN
9789026139130 (paperback)

Plusieurs formats:

Disponibilité dans les bibliothèques flamandes

Commentaires

Toen Kees vijftien was, viel zijn vriend Jan van een schoorsteenpijp. Dood. Ook Kees zou klimmen, maar hij durfde niet. Hij vertelt niemand dat hij Jan heeft zien vallen. Als bijna zeventiger kijkt Kees terug op zijn vriendschap met Jan en zijn verliefdheid op Jans tweelingzus Marijke. Het op werkelijke gebeurtenissen gebaseerde verhaal wordt verteld in twee delen, tussen een proloog en epiloog. Al in de proloog blijkt dat Jan is omgekomen. In het eerste deel, '1959', vertelt Kees over zijn ontmoeting met Jan en zijn zus Marijke. In het tweede deel, '1997', richt hij zich tot Jan in jij-perspectief. Meinderts heeft rijke verhaalstof, met de thema’s rouw, schuld en een driehoeksverhouding. Ook verstaat hij de kunst om dingen in het vage te laten. Maar helemaal geslaagd is de uitwerking niet. Soms schiet de verteller iets te veel heen en weer in de tijd. Ook is de vraag in hoeverre jonge lezers de tijdgeest kunnen bevatten, in bijvoorbeeld de katholiek-religieuze lading die Kees’ verlie…Lire la suite

De zee zien

Dit verhaal is echt gebeurd, zo wordt op de achterflap beweerd. En ik ben geneigd om dat te geloven. Al in de inleiding wordt gezegd hoe het afloopt: 'Jan is dood'. Kees de ik-figuur wordt zeventig en blikt terug op een ingrijpende gebeurtenis uit 1959. Kees is de oudste van zeven kinderen en het achtste is op komst in het oerkatholieke gezin. Hij studeert goed maar zijn ouders vinden Ulo (uitgebreid lager onderwijs) al voldoende want: Wij waren geen hoeden, wij waren petten (p. 31). Aan de eerste ontmoeting met Jan houdt Kees een bloedneus over. Jan dwingt Kees als het ware tot vriendschap. Kees twijfelt of hij wel de vriend van Jan wil zijn. Jan is dominant en Kees zou zich veroordeeld voelen tot vriendschap als daar niet Marijke, de tweelingzus van Jan, was. Kees is smoorverliefd. Ook de gezinnen van beide jongens verschillen erg: terwijl het geloof bij Kees' ouders primeert, zijn de ouders van Jan vrijzinnig. Ze runnen een bloeiend fotografiezaak. De zwangerschap van zijn moede…Lire la suite