In een Brusselse brasserie stelt Kristien Hemmerechts journaliste Evita Bonne voor aan Ann, het hoofdpersonage van Kristiens gelijknamige boek. Ze is een 39-jarige intelligente dame die al meer dan twintig jaar met anorexia nervosa kampt. Ooit woog ze nog slechts 27 kg. Waarom verhongert ze zich? "Om neen te kunnen zeggen. Ik lust graag roomijs, maar ik put kracht uit het mezelf te ontkennen."
De vraag werd haar al vaak gesteld, maar tot ze Ann ontmoette weigerde Kristien Hemmerechts om iemands biografie te schrijven. Met het verhaal van deze vrouw was het anders. Het startte met een mailtje dat ze een jaar geleden ontving waarin Ann open en nuchter vertelde over haar ongeneselijke ziekte, chronische anorexia. Het einde naderde voor Ann, of haar lichaam zou het begeven of ze zou het lijden zelf een halt toe roepen. Schrijf me neer, was haar simpele vraag. Ze vroeg Kristien neer te schrijven hoe haar weigeren tot eten neen zeggen was tegen het misbruik door haar vader.
Anorexia wordt gerelateerd aan het streven naar een schoonheidsideaal. Heeft dat er bij jou dan iets mee te maken?
Ann: Ik heb anorexia sinds mijn tienerjaren. Een ziekte die je al meer dan twintig jaar meedraagt verandert van gezicht. Toen ik zestien was, heeft dat allicht meegespeeld. Ik zat stevig in het vlees en was net als elk meisje bezig met mijn figuur. Die eerste kilo's die er af vlogen, dat was in mijn ogen mooi meegenomen. Alleen de eerste kilo's, want al snel heeft vermageren niets meer met schoonheid te maken. Voor mij was dat hoe dan ook niet de drijfveer. Het is een heel simpele uitleg voor een heel complex gegeven. Voor mij ging het over een gevoel van controle over mijn leven hebben. En het ging vooral over neen zeggen. Ik wilde neen zeggen. Iets wat ik in een andere situatie niet heb gekund.
Je bent seksueel misbruikt door je vader. Hoe oud was je toen het begon?
Ann: Het begon rond mijn eerste communie. En het is opgehouden toen ik op internaat ging op mijn twaalfde. Maar pas toen ik begin dertig was, kort nadat mijn vader gestorven was, heb ik het hardop durven zeggen. Niet dat ik het daarvoor niet wist, maar het was moeilijk om het onder woorden te brengen en nog moeilijker om het in mijn leven te integreren. Het was ondraaglijk om met die werkelijkheid rond te lopen. Ik hield dag en nacht liever gescheiden.
Hebben je moeder of broers ooit iets vermoed?
Ann: Nee, ze wisten van niets. Daar ben ik zeker van. Het is voor mijn moeder heel moeilijk om het in haar geest toe te laten. Uit onmacht roept ze, uit onmacht wordt ze kwaad, want ze voelt zich medeverantwoordelijk. Dat zal het boek niet vergemakkelijken. Het was haar man, en mijn broers hun vader. Hoe moeten zij omgaan met die realiteit? Zij hebben immers die herinneringen niet. Ze hebben de spanning wel gevoeld, maar ze dachten dat die sfeer puur toe te schrijven was aan mijn eetstoornis. Waarom ik niet at, dat wisten ze niet.
Ik hoop voor hen dat ze het boek kunnen zien als een afronding, dat ze het lezen, in de kast zetten en het achter zich laten. Maar dat ze ook zien hoe de liefde voor hen van de regels spat.
Was je opgelucht toen je het eindelijk tegen haar en je broers kon vertellen?
Ann: Eerst was het inderdaad als een zwaarte die van me af viel, maar dan volgde de ontnuchterende werkelijkheid dat er niets verandert. Hij was dood en ik had nog altijd een serieuze eetstoornis.
Je schrijft ook aan Kristien dat het veel makkelijker zou zijn als je pure haat voor je vader kon voelen, wat voel je dan voor hem?
Ann: Het was volledig anders geweest als het om een vreemdeling ging of de buurman. Het blijft je vader. Je kunt niet alleen maar woede voor hem voelen. Ik ben als zijn dochter onlosmakelijk met hem verbonden. Hoe vreselijk dat ook mag zijn, het is een verbondenheid die je niet zomaar uitwist. Iedereen zegt dat ik op hem lijk, zowel uiterlijk als van persoonlijkheid. Dat is niet leuk om te horen, maar ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Je blijft ook altijd maar denken aan alle kansen die je gemist hebt, de kansen die hij gemist heeft.
Kristien: Het grootste misverstand dat over incest bestaat, is dat de slachtoffers alleen maar intense haat zouden voelen voor de daders. In Anns dagboek kan je duidelijk lezen dat er een band was tussen haar en hem en dat zij ook een band met hem nodig had. Ik denk dat Ann daarom zolang niets heeft willen zeggen. Het was haar geheim, het maakte deel van haar uit. Als ze het vertelde, was ze het kwijt. Toen ik haar dagboeken las, was het alsof ik in een koolmijn afdaalde, met steeds diepere en verrassende lagen. Bij het laatste dagboek waarin heel wat onthutsende fragmenten over hem en haar gevoelens voor hem stonden, besefte ik dat ik recht in de psyche van de mens in al zijn complexiteit keek.
Je vader is een aantal jaren geleden gestorven na een slopende ziekte. Hoe denk je terug aan hem?
Ann: Ik probeer niet te veel aan hem te denken. Ik ben nog niet naar zijn graf geweest. Ik heb er wel behoefte aan maar ik durf er nog niet naar toe. Ik moet eerst weten wat ik daar ga vertellen.
Heb je spijt dat je hem nooit hebt kunnen confronteren?
Ann: Ja absoluut. Ik denk echt dat het me had kunnen helpen. Ik had het hem willen horen toegeven, ook aan de anderen. Als hij het had uitgesproken, dat had een wereld van verschil gemaakt. Het horen toegeven, dat is het begin van het helingsproces. Anders blijft het een open wonde.
Wat zijn de vooruitzichten van iemand met chronische anorexia nervosa?
Kristien: Het is een van de psychiatrische stoornissen met de hoogste sterftecijfers. Het heeft lichamelijk verschillende gevolgen. Maar vooral het hart lijdt er onder en begeeft het uiteindelijk.
Ann: Naast hartfalen plegen vele anorexiepatinten ook zelfmoord. Ze kunnen het gewoon niet meer aan. Een eetstoornis is een constante bron van stress. Je kunt eten niet uit je leven bannen. Je komt de hele tijd met voedsel in aanraking, wetende dat je het niet kan opeten. Je moet er vijf keer over nadenken alvorens je iets durft eten, en je hebt voortdurend maagpijn van de zenuwen. Als je jezelf een keer 'laat gaan', bijvoorbeeld een ijsje eet, dan zit je de hele dag met overweldigende spijt opgezadeld.
Je bent al verscheidene keren in behandeling geweest. Je was achttien toen je voor de eerste keer werd opgenomen, maar meer dan twintig jaar later worstel je nog met de ziekte. Is er dan geen behandeling die genezing kan inhouden?
Ann: Ondanks mijn negatieve ervaringen blijf ik geloven dat genezen, of beter gezegd er mee leren leven, kan. Maar wat er bij het merendeel van de behandelingen op dit moment ontbreekt, is empathie. Op een uitzondering na heb ik tot nu toe niet het gevoel gehad dat therapeuten begrepen hoe hard lijden anorexia is. Een effectieve behandeling is ook een behandeling die vele dimensies tegelijkertijd aanpakt. Opname in een instituut waar zowel de medische als psychologische aspecten worden behandeld, is noodzakelijk. Ik heb een stukje redelijkheid in mij. Ik heb iemand nodig die dat aanspreekt, een goede coach die me een stukje op de weg helpt. En iemand die zich heel bewust is van de ernst van de ziekte. Het is niet omdat ik wil eten dat ik het ook kan. Als iemand dat eens zou verstaan.
Jullie beschrijven in het boek ook hoe moeilijk het is om met een psychische stoornis eerste hulp te krijgen.
Ann: Ongeveer een jaar geleden heeft mijn broer me naar spoedgevallen gebracht. Ik kon niet meer. Ik kon zelfs niet meer op mijn benen staan. En die spoedarts zei doodleuk: "Toch eens kijken of u wel in aanmerking komt voor een opname. Eerst uw bloedspiegel bekijken, als daar afwijkende elementen in te vinden zijn, heb ik reden om u op te nemen, maar zo simpel is het niet om hier binnen te raken." Ik was zo hard ondervoed dat ik nog maar amper in leven was. Onvoorstelbaar dat ik daar heb moeten smeken om een bed. Als ik een snee in mijn vinger had gehad, was ik sneller geholpen geweest. Omdat ik duidelijk een eetstoornis heb, kwam ik niet meteen in aanmerking, al was ik op sterven na dood. Ik heb geluk gehad dat ik uiteindelijk toch geholpen ben.
Kristien: Ziekenhuizen hebben een enorme angst voor psychiatrische patiënten. Ik heb dat ook meegemaakt met mijn zus. Ze lijdt aan schizofrenie, maar we waren naar het ziekenhuis gegaan omdat ze door haar diabetes in een coma aan het glijden was. Ze wilden haar eerst ook niet opnemen. Ik denk dat ze bang zijn dat psychiatrische patiënten uit het raam zullen springen.
Ann: Had ik pech gehad dan hadden ze me gewoon aan de deur gezet. Val dood, is dan de boodschap. Ik heb al een paar keer gedacht, het zou voor iedereen een oplossing zijn als ik zou dood gaan want ik ben echt vervelend. Ik kom mij altijd maar opnieuw aanmelden en niemand weet wat ze met me moeten aanvangen. Het hoort ook zo. Ik ben al veel te oud voor een anorexiepatint. Medisch gezien moet ik dood zijn, dus wat doe ik hier nog?
Je zegt het met enige ironie maar toen je naar Kristien mailde, heb je haar ook meteen verteld dat je van plan bent een einde aan je leven te maken. Loop je nog altijd met dat idee rond?
Ann: De optie is er nog. Ik wil niet met deze ziekte blijven leven. Ik kan er simpelweg ook niet meer lang mee leven. Maar vroeger waren er data en scenario's, die zijn er momenteel niet.
Kristien zou jij er begrip voor kunnen opbrengen als Ann toch beslist er een punt achter te zetten?
Kristien: Begrip, uiteraard, maar ik wil het niet met mijn hart al versta ik het met mijn hoofd. Het is zo finaal en extreem, toch moet iedereen naar mijn mening de keuze voor zichzelf kunnen maken. Niemand wl zelfmoord plegen, ik ben er van overtuigd dat Ann wil leven. Maar ze kan niet leven met die ziekte. Tijdens dat jaar dat we aan het boek gewerkt hebben, werd ik heel ongerust als ik haar even niet hoorde. Ik wil er bij zijn als ze het doet want het lijkt me onmenselijk op zo'n moment alleen te zijn, maar dan zou ik zwaar in de problemen komen.
Is er een mogelijkheid tot euthanasie voor anorexiepatinten? Dan zou ze niet alleen zijn.
Kristien: Ja, ze kan euthanasie aanvragen. Volgens de Leifartsen is het haalbaar, maar dan moet ze wel een psychologisch onderzoek ondergaan.
Ann: Het is niet duidelijk of ik in aanmerking kom want je moet aantonen dat je lijdt. Ik ervaar mijn ziekte als een lijden in de meest zuivere betekenis van het woord, maar ik weet niet of de medische wetenschap het er mee eens is. Maar ik zou wel euthanasie verkiezen want ik wil het zeker niet alleen doen.
Kristien: Het punt is, Ann is hier nog. Zonder het boek zou ze hier niet meer zijn.
Ergens heeft het een positieve rol in Anns leven gespeeld. Misschien geeft het haar zelfs een uitweg, al durf ik daar niet te veel op te hopen.
Ann: Het was niet het doel van het boek om een nieuwe impuls aan mijn leven te geven maar dat schrijven was een heel intense ervaring waar ik heel dankbaar voor ben. Ik zal niet zeggen dat er deuren open zijn, maar er zijn geen extra deuren dicht gegaan. Ik ben nu terug in behandeling en word begeleid door een ditiste met wie ik strikte afspraken heb gemaakt. Ik moest, anders hield ik het niet vol tot het boek verscheen.
Je telt de calorieën niet meer?
Ann: Jawel, ik ken van alles het aantal calorieën, dat kan ik niet buitensluiten. Ik probeer er gewoon niet meer door geobsedeerd te zijn als ik iets moet eten. Ze gaan een nieuwe richtlijn uitvaardigen waarbij ze op alle voedingswaren het aantal calorieën gaan vermelden. Dat is een ware ramp voor mensen als ik. Ook al weet ik het, dat ze het er nog eens gaan opschrijven in koeien van letters daar zat ik nu echt niet op te wachten.
Masquer le texte