Van 9 oktober 2008 tot 8 juli 2009 hield Kristien Hemmerechts een dagboek bij. Aanleiding: een verlangen om haar leven af te ronden. De Standaard der Letteren bracht een week door met dit dagboek over de dood.
17 februari 2010
De dood heeft mij een aanzoek gedaan is Kristien Hemmerechts' tweede dagboek. Het vorige, Een jaar als (g)een ander (2003), groeide uit een opdracht die ze gaf aan haar studenten Creatief Schrijven. Dit tweede dagboek is anders van opzet: 'Dit is een project. Het project bestaat uit het zoeken naar een antwoord op de vraag: waarom wil ik mijn leven afronden?'
Als Hemmerechts het dagboek begint, overweegt ze ernstig een einde te maken aan haar leven. Zelfmoord mag het niet heten: zelfmoord is 'een wanhoopsdaad', je leven afronden 'een weldoordachte, rustige keuze'.
Haar motivaties somt ze niet expliciet op: het is per slot van rekening een dag-, geen klaagboek. En bovendien: 'De hele waarheid kun je nooit vertellen. De gitzwarte put kun je niet laten zien.'
Blijkbaar was het project succesvol, schrijf ik haar, in een mail om een interview te regelen. Heeft ze nu nog steeds dat 'afrondingsverlangen'? 'Het belangrijkste argument tegen zelfmoord is: kinderen', antwoordt ze. 'Mijn dochter gaat trouwen deze zomer. Ik kan het nu toch niet maken om er uit te stappen?'
Trouwens, schrijft ze, ze is nog maar 54 en dat wordt als veel te jong beschouwd voor zelfmoord. 'Ik hoorde laatst over een weduwnaar van begin zeventig die uit het leven is gestapt. Zijn omgeving kon weinig begrip opbrengen voor zijn daad. Op euthanasie krijg je gelijkaardige verontwaardigde reacties. Het is een egoïstische beslissing, zegt men dan. Terwijl mensen soms op de drempel van de dood staan. Wat maakt het uit dat ze een paar weken eerder van hun pijn verlost willen zijn?'
18 februari
Bij haar reflecties over het levenseinde laat Hemmerechts zich leiden door de media. Wat verschijnt er in de kranten over de dood? Veel euthanasie, zo blijkt. Zowel in de Britse, Vlaamse als Nederlandse media wordt er heftig gediscussieerd over euthanasie. Het is onvermijdelijk, zal ze later, tijdens het interview, zeggen: 'De discussie over de uitbreiding van de euthanasiewet zal de komende jaren gevoerd moeten worden. De generatie die geboren is rond 1940 is de zelfbewuste generatie, die haar vruchtbaarheid, haar liefdesleven, àlles heeft willen controleren. Die gaan ook hun dood in eigen hand willen nemen.'
De Britse schrijver Martin Amis moedigt dat luidkeels aan. Hij suggereerde dat er op straathoeken 'euthanasiecellen' zouden moeten staan. In deze variant op de telefooncel vindt een bejaarde de middelen om zich vlot van kant te maken. Deze provocatieve suggestie is Amis' antwoord op de vergrijzingsgolf die ook Engeland te wachten staat, en die volgens hem kan leiden tot een burgeroorlog tussen jong en oud in 2025.
'Dat zegt iets over zijn karakter en over mijn karakter', lacht Hemmerechts, als ik haar Amis' uitspraken voorleg. 'Ik vind dat ik er voorzichtig over schrijf, hij gaat voor de provocatie. Dat levert niets op. De Britten zijn zeer tegen euthanasie. Zelfs een linkse krant als The Guardian schrijft over euthanasie alsof het gelijkstaat aan Auschwitz. Ze zijn er heel bang voor om door hun kinderen onder druk te worden gezet. Misschien komt het doordat ze een andere erfenisregeling hebben.'
'Ik ben er een grote voorstander van dat elk mens voor zichzelf kan beslissen wanneer het einde komt. Euthanasie is toch heerlijk? Je krijgt een prik en je valt in slaap; je krijgt een tweede prik en je hart stopt. Ik moest laatst een onderzoek ondergaan en terwijl de arts mij afleidde, gaf hij me een prik in mijn arm. Ik ben letterlijk midden in een zin weggegleden. Achteraf dacht ik: als hij me nu een tweede spuitje had gegeven, was ik weggeweest. Een rustige dood.'
Tegenstanders van euthanasie zeggen telkens weer dat het recht kan omslaan in een plicht. Gelooft Hemmerechts daar wat van? 'Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Vergelijk het met hoe wij omgaan met het Down-syndroom. Men doet nu standaard de test voor Down-syndroom en als die positief is, wordt het kindje, heel vanzelfsprekend, geaborteerd. Ik schrik ervan hoe normaal we dat vinden. Ouders worden, denk ik, onder druk gezet om hun kindje effectief te aborteren. Er zijn nochtans ouders die heel gelukkig zijn met hun Down-kinderen en die kinderen kunnen een volwaardig leven leiden.'
19 februari
Ergens in dit boek wordt Hemmerechts door een oude vriend omschreven als 'een kat die soms krabt', omdat het krabben nu eenmaal in haar natuur zit. Nochtans zet de schrijfster dit keer vooral de klauwen in haar eigen huid. Ze bekritiseert haar doodsverlangen, haar luimen, haar omgang met vrienden en met het verleden. Nu eens probeert ze onthecht in het leven te staan, dan weer eist ze het recht op om geïrriteerd te zijn.
Nogal wat van die irritaties ontstaan op de trein: luidruchtige jongeren, dwaze gsm-gesprekken, het gesis dat uit iPod-oortjes ontsnapt... Aan dat laatste ergerde ze zich ook al in haar bijdrage aan het leuke boekje Woordkramerij. De woorden die Moeder de Taal vergat te baren (Vrijdag, 2009). Misschien wordt een mens wel gelukkiger van wat vaker de auto nemen?
Herman de Coninck, vertelt Hemmerechts, had zijn eigen manier om dingen die hem niet aanstonden te aanvaarden: hij schreef ze op. Dat resulteerde in gênant eerlijke brieven, die hij gewoon op zijn bureau liet liggen. 'Praten ging moeilijk, hij moest de dingen op papier zetten', herinnert Hemmechts zich. 'Je leert leven met die dubbelheid. Ik geloof sowieso niet dat je maar één gevoel hebt ten opzichte van anderen. Er is altijd een andere kant, die je vooral geen stem mag geven. Stel je voor dat vrije meningsuiting absoluut is, dat iedereen maar tegen iedereen zegt wat men echt denkt. Het zal wel heerlijk zijn om mensen in hun gezicht te zeggen wat ik van hen denk, maar daar heb ik het karakter niet voor. Trouwens, ik verkies dat andere mensen niet hún waarheid in mijn gezicht gooien.'
20 februari
De dood heeft mij een aanzoek gedaan is opgedragen aan Karel Hemmerechts (1925-2007). Zoals Hemmerechts in Taal zonder mij over Herman de Coninck schreef aan de hand van zijn gedichten, zo probeert ze nu over haar vader te schrijven aan de hand van televisiebeelden en de uitvoerige mailtjes met herinneringen die hij haar stuurde. Doorheen het dagboek zie je de schrijfster zoeken naar de juiste vorm: eerst citeert ze haar toespraak bij haar vaders begrafenis, daarna volgen losse herinneringen, opgesomd met rapport-achtige bullet points. Maar de zoektocht loopt vast: 'Mijn vader was de man van de boutades', schrijft ze. 'Daarachter stopte hij zich weg tot er uiteindelijk niets meer weg te stoppen viel.' En: 'Hij doet me denken aan de migrant die zijn vertrouwde taal en cultuur achter zich laat en noodgedwongen een nieuwe probeert te verwerven.'
Wat opvalt, is dat Hemmerechts haar 'geliefde afgestorvenen' dichtbij houdt. Overlijdensdata zitten in haar geheugen gegrift. Het schrijven over haar vader is verre van een poging afscheid van hem te nemen. Integendeel, het gaat er om greep te krijgen.
'De dode is weerloos', zegt de schrijfster, 'de overlevenden moeten aan hen blijven denken, moeten de foto op het dressoir laten staan. Ik ben er vrij zeker van dat mijn vader wilde dat ik over hem zou schrijven. Al die mailtjes met herinneringen die hij me stuurde... Impliciet gaf hij me toestemming. Ik houd dingen bij, ik houd de geliefde afgestorvenen in leven. Een normaal mens zou veel sneller dingen gaan weggooien. Voor mij zijn alle dingen die geweest zijn, nog heel aanwezig. Laatst had ik ontzettend veel zin om naar mijn grootmoeder te gaan en het deed mij iets dat ik die reis alleen nog maar ruimtelijk kan maken. Ik denk dat daar mijn doodsverlangen vandaan komt. Er is al zo veel leven geweest en het blijft zo intens bij mij.'
21 februari
Op de dag van het interview zoeken we verder naar de oorzaken van het doodsverlangen. Het dagboek vernoemt ook 'de prijs van het schrijverschap'. Hemmerechts is al twintig jaar schrijfster. Het dagboek toont maar weer eens hoe actief ze is: ze schrijft, leest voor, geeft les, maakt reportages en writert in residence. Wat haal je daar nog uit, vraag ik haar.
'Het schrijven is een doorgedreven zoektocht naar zin en betekenis. Ik heb lang meegedaan aan het leven waarin niet werd nagedacht, niet werd geschreven, niets werd geproblematiseerd. Chapeau voor de mensen die daarmee tevreden zijn, maar ik had meer nodig. Misschien moet je juist tevreden zijn met de oppervlakte, misschien zit er niets onder. Dat zou wel eens de kunst van het leven kunnen zijn.'
'Ik zoek communicatie met een publiek. Het allerfrustrerendste is als je merkt dat je iets niet duidelijk gemaakt krijgt. Als iemand je boek leest en dat wegwuift met de opmerking: ik heb niets met de dood. Dat is een mislukking. Ik vermoed dat Louis Paul Boon deels uit frustratie daarover uit het leven gestapt is. Omdat schrijven en communiceren soms geen zin lijken te hebben. Je krijgt niet eens negatieve reacties; mensen lopen domweg voorbij aan wat je zegt. Daarentegen, àls mensen je begrijpen... dat is exciting.'
Toch neemt Hemmerechts ook in dit dagboek weer de nodige afstand: ze stapelt gebeurtenissen op krantenberichten, losse citaten op meer uitgewerkte anekdotes, zonder de lezer interpretaties of conclusies aan te reiken. Het typeert Hemmerechts als non-fictie-schrijfster: ook in haar pamflet De man, zijn penis en het mes, bracht ze feiten samen, zonder de lezer naar een conclusie te dwingen.
22 februari
We zien vaak noodsignalen over het hoofd, lezen we in het dagboek. Psychisch lijden - zij het dat van Kim De Gelder, of dat van Yasmine - moet zichtbaar zijn, maar we kijken er liever overheen, met alle gevolgen vandien. Ook de professionele hulpverleners falen vaak. Hemmerechts verwijst o.m. naar Geneviève Lhermitte, die haar wanhoopsdaad aankondigde in een brief aan haar psychiater, maar die reageerde niet, omdat hij één dag later pas een afspraak met haar had.
'Die psychiaters zijn allemaal overwerkt en moeten op heel korte tijd inschatten hoe ernstig het met iemand gesteld is', zegt Hemmerechts. 'Het klopt wel dat ik in het boek kritiek op hen heb, maar van de andere kant zou ik niet in hun schoenen willen staan. Hun verantwoordelijkheid is groot. Wie krijgt hulp en wie moet weer de straat op?'
Ook de verantwoordelijkheid van dokters tegenover mensen die hun leven willen (laten) beëindigen komt aan bod. Volgens Hemmerechts moet je euthanasie niet aan dokters overlaten: 'Een arts zal het verschrikkelijk vinden als een patiënt vraagt om een einde te maken aan zijn leven: dat gaat in tegen zijn hele beroep. Het rare is dat ze wel allemaal aan palliatieve sedatie doen. Het speelt mee dat ze liever niet hebben dat de patiënt zich met hun werk bemoeit. Als patiënten vinden dat hun levenskwaliteit te diep gezakt is, wordt dat weggewuifd. Dan heb je zogenaamd een slechte dag en morgen gaat het wel weer beter. Over levenskwaliteit zullen zij wel beslissen.'
In het boek ziet Hemmerechts meer heil in een nieuwe functie: 'Misschien moet er een nieuw beroep worden gecreëerd: de omgekeerde vroedvrouw [...], die ons niet alleen emotioneel maar ook met een verlossend spuitje helpt sterven. Zij (of hij) zou ook de prethanatale sessies kunnen geven ter voorbereiding van het afscheid.'
23 februari
Terwijl ik luister naar de tape met het interview, blader ik nog eens door de drukproef van De dood heeft mij een aanzoek gedaan. In de passages over de laatste jaren van haar vader, gebruikt Hemmerechts meermaals het werkwoord 'aanvaarden', valt me op. Dat is blijkbaar het enige probate middel tegen doodsverlangen: aanvaarden als dé uitdaging van het leven. Het inspireert Hemmerechts tot deze bikkelharde zinnen: 'Aanvaarding is het mooiste èn droevigste gevoel (ik heb zin om te schrijven 'sentiment') dat een mens kan overkomen. Het betekent dat je geen dromen meer hebt. Je legt je neer bij de onverbiddelijke feiten. Niet alleen leg je je erbij neer, maar je neemt ze in je armen en je probeert ervan te houden.'
DE AUTEUR: Kristien Hemmerechts (54) schrijft al twintig jaar romans, essays en verhalen.
HET BOEK: een dagboek om zelfmoord te vermijden.
ONS OORDEEL: een voorzichtig, tastend boek over zelfmoord, euthanasie en ieders behoefte aan hulp.
Masquer le texte