Kristien Hemmerechts trok ter inspiratie naar de dienst hematologie van een Nederlands ziekenhuis. Haar bloed werd een roman met bijsluiter.
Bloed en taal. Het is een hoofdstuk op zich, misschien zelfs een hele roman. Een roman met donkere connotaties en fascistoïde trekjes. Bloedlink, bloedgeil, bloeddorstig. Bloed en bodem. Hier ons bloed, wanneer ons recht? Ergens, zo kan ik mij voorstellen, moet er een door Germaanse raszuiverheid geïnspireerde Vlaamse heimatroman bestaan die het woordje 'bloed' trots in de titel voert. Ondertussen herinner ik mij alleen Het duistere bloed, het debuut van Lode Zielens. Geen eigen-bloed-eerst hier, wel een man die onontkoombaar, Emile Zola-gewijs, tenondergaat aan zijn duistere driften en passies. Kwaad bloed, zuiver bloed, het rode kleverige spul als drager van identiteit en lotsbestemming. En van ziektes, want achter alle metaforen verschuilt zich de biologische waarheid. We worden allemaal op de been gehouden door een bloedfabriekje dat aan de lopende band rode en witte bloedcellen spuit, en o wee als er iets hapert.
Kristien Hemmerechts mocht dat een maand lang ondervinden op de derde verdieping van een Nederlands ziekenhuis, dienst hematologie. Naakte feiten en menselijke tragiek komen er samen. De schrijfster mocht kijken, vragen stellen en de ervaring naar eigen goeddunken gebruiken. Onderwijl liepen er aan het raam van haar logeeradres massa's gezonde mensen voorbij, op weg naar optredens van Anouk of Marco Borsato. Mensen die complexloos kuddegedrag etaleerden, die allemaal van dezelfde zeven oermoeders afstammen - meer variatie zit er niet in ons mitochondriaal DNA. Zijn wij allemaal bloedbroeders - zoals de multicultuur het graag hoort - of maakt ons bloed ons uniek? Hemmerechts' roman Haar bloed stelt de vraag en hoofdrolspeler Titus Serfonteyn is overtuigd: 'Les nummer één van het bloed. Er is eigen en er is vreemd. Er is vriend en er is vijand.'
En er is goed en slecht bloed, dat ook. De kleine Titus leert die les van zijn grootvader, de avond dat ze een dode man - een verre nazaat van Leonardo da Vinci - gaan groeten. De man had goed bloed, zegt de grootvader, hij stond recht in zijn schoenen, bleef bij tegenwind overeind. En toch: goed bloed kan ziek zijn en slecht bloed gezond. Daarom was altijd waakzaamheid geboden: 'Je moet goed kijken, Titus. Als je niet kijkt, kun je niets zien. En als je niets ziet, kun je niets vinden.' In ieder geval was bloed de essentie. Niet het hart, maar de hoogst individuele cocktail die door het hart stroomt en het laat kloppen. Voor één ander, of voor iedereen. 'De mens wàs zijn bloed.'
Bloeddichter
Dat geldt in hoge mate voor de vaderloze, eigenzinnige Titus, die in de volgende jaren het bloedvatenstelsel en de tabel van Mendelejev uit het hoofd leert, die als moederdagcadeau zijn bloedstamboom uittekent voor mama Mona. 'Hij beoefent bloed', zegt zij als mensen vragen waar Titus in zijn vrije tijd uithangt. Dat Titus geneeskunde gaat studeren en zich wil opwerken tot hematoloog ligt in de lijn der verwachtingen. 'De bloeddichter' noemt zijn beste vriend Pieter hem. Zo bloedernstig als Titus Serfonteyn is, zo lichtvoetig is Pieter Kalhorn. Het liefst wil hij de hele wereld omhelzen. En alle vrouwen, inclusief Titus' buurvrouw Edith en Titus' grote liefde Roos. 'Alle mensen zijn bloedbroeders' is zijn devies. Mensen moeten van elkaar houden, elkaar veel gunnen, zich niet blindstaren op verschillen. 'Het is heerlijk dat we leven, het is heerlijk banaal. De mensheid moet zich leren overgeven aan de banaliteit. Alleen dan zal de mensheid vrede kennen.'
Titus is niet van plan zich over te geven - niet aan de banaliteit en niet aan allemansvriend Pieter, die hij meer en meer als een volksmenner ziet. Als Roos leukemie krijgt, ziet Titus eindelijk kans om het voortouw te nemen. Want wie kan zo toegewijd observeren als hij, wie kan de ziekte stuiten? Voor Roos, die in de ban was van de sensuele Pieter, is Titus nu haar redder: 'de enige man ter wereld die ziek bloed als een pluspunt beschouwt.' De vraag of alle mensen bloedbroeders zijn wordt wel heel dwingend als Roos een stamceltransplantatie nodig heeft en dat 'solidaire' bloed haar kan redden of verdoemen.
'Er bestaan verschillen die niet kunnen worden genegeerd. Vreemd zal eigen aanvallen, vernielen. Vreemd zal proberen te overheersen.' Dat is niet alleen de mening van de kritische denker Titus, maar ook die van Roos' familie - van Vlaams-Belangsignatuur en hoogst verontwaardigd dat hun bleekblonde Roos 'ongeschikt' bloed blijkt te hebben. Ondertussen viert Pieter zijn mensenliefde op een fotoshoot van Spencer Tunick. Honderden lijven, honderden fabriekjes van leukocyten, erytrocyten en eiwitten verenigd in een huizenhoog cliché: mooi en lelijk, blank en bruin, allemaal mensen. Naïeve idioten, vindt Titus.
Banaliteiten
Hemmerechts hamert de tegenstelling erin, maar kiest geen kant, al heeft ze zich meermaals geout als verstokte individualist. In De dood heeft mij een aanzoek gedaan bekent ze dat van mensen houden haar zwaar valt, dat een leven zonder kritisch denken de hel zou zijn. In Haar bloed bezondigt ze zich nochtans aan menslievende banaliteiten, zoals in de 'bijsluiter' die als voorwoord dienst doet ('voorschrift' was in deze gemengd medisch-literaire context nog passender geweest). 'De ene keer denk ik dat we veel te veel belang aan de verschillen hechten, of die nu van fysieke of psychische aard zijn, van seksuele of politieke, van biologische of culturele. [...] De andere keer denk ik: wat zou de wereld zijn zonder verschil?'. Tja.
En dan is er Hemmerechts' voluntaristische kant, die niets negatiefs wenste te melden over dokters en ziekenhuispersoneel, vanwege de spreekwoordelijke 'gigantische inzet' voor de patiënten. Ook al liep de communicatie tussen hogere en lagere echelons wat spaak. Laat mank lopende communicatie nu net de corebusiness zijn van Hemmerechts. Maar betrokken is ze, en aan volksverheffing - een andere corebusiness van de schrijfster - doet ze met deze vertelling zeker. Haar bloed bevat alles wat je altijd al over bloed wilde weten, en veel wat alleen leraren biologie aanbelangt. Verder wordt met veel métier een beeld geschetst van de heimat anno 2011: Verkavelingsvlamingen met zonnepanelen op het dak en een zwembad in de kelder, de minder fortuinlijken met brilletjes en allergieën. De 'bijman' of 'bijvrouw' die een uitgewoond huwelijk draaglijk moet maken; de facebookgeneratie die het niet bij één relatie kan houden omdat ze met meerdere profielen door het leven gaat. Vlaams Belang of N-VA.
Wie schrijft, wil blijven schrijven, en een geleend onderwerp leent zich dan uitstekend als vehikel. Haar bloed is geen mijlpaal, maar het is gelukkig - die titel, die coverfoto! - geen Vlaamse Twilightsaga. Gewoon een medisch verantwoord tussendoortje.
DE AUTEUR: staatsprijswinnares met meer dan twintig romans, verhalenbundels en essays op haar naam.
HET BOEK: zijn wij allemaal bloedbroeders of maakt ons bloed ons uniek?
ONS OORDEEL: betrokken, volksverheffend, soms banaal, maar medisch verantwoord.
Masquer le texte