Roman. De nieuwe Kristien Hemmerechts kun je lezen als het sprookje van Roodkapje. In het hoofdpersonage, de eeuwige loser Vladimir, gromt en grauwt een wolf die wil toeslaan. Maar het komt allemaal goed.
Vladimir Oeltsjenko is de welluidende naam van een vijftigjarige pianist die in het kielzog van de stand-upcomedian Leander furore maakt in Vlaamse en Waalse dorpszaaltjes. En daarmee zijn meteen de drie onderwerpen genoemd waarover mensen beginnen als ze al een praatje met Vladimir slaan: Leander, de naam Oeltsjenko en piano's. Zo opent ijzersterk de nieuwe roman Wolf van Kristien Hemmerechts.
Vladimir is geen aardige man. Hij is geboren uit een onenightstand en zijn ouders zien elkaar pas vijftig jaar later weer, op een begrafenis waar zijn vader de moeder alleen maar vriendelijk begroet omdat je nooit wist 'of je met een potentiële klant te maken had'. De familie, kwart Russisch, hangt aan elkaar van opportunisme, alcoholisme, seksueel misbruik en intimidatie. Hoe kan iemand daar gezond in groot worden?
Grootmoeder Baba, een gezworen koningsgezinde Brusselse die Frans en Nederlands door elkaar spreekt, heeft Vladimir ui…Lire la suite
Vladimir Oeltsjenko is de welluidende naam van een vijftigjarige pianist die in het kielzog van de stand-upcomedian Leander furore maakt in Vlaamse en Waalse dorpszaaltjes. En daarmee zijn meteen de drie onderwerpen genoemd waarover mensen beginnen als ze al een praatje met Vladimir slaan: Leander, de naam Oeltsjenko en piano's. Zo opent ijzersterk de nieuwe roman Wolf van Kristien Hemmerechts.
Vladimir is geen aardige man. Hij is geboren uit een onenightstand en zijn ouders zien elkaar pas vijftig jaar later weer, op een begrafenis waar zijn vader de moeder alleen maar vriendelijk begroet omdat je nooit wist 'of je met een potentiële klant te maken had'. De familie, kwart Russisch, hangt aan elkaar van opportunisme, alcoholisme, seksueel misbruik en intimidatie. Hoe kan iemand daar gezond in groot worden?
Grootmoeder Baba, een gezworen koningsgezinde Brusselse die Frans en Nederlands door elkaar spreekt, heeft Vladimir uit de armen van zijn alcoholverslaafde moeder geroofd toen hij pas vijf dagen oud was. Pas veel later komt hij te weten dat Baba zijn moeder niet is, en die leugen vreet in hem als zoutzuur. Hij haat zijn oma en is woedend, altijd maar woedend: er zit een wolf in hem verscholen die ieder moment lijkt te kunnen toeslaan. Zijn (half)zussen en (half)broers, zijn huurster, zijn therapeute, iedereen lijkt bang voor hem te zijn. En ook de lezer van Wolf zal op de punt van zijn stoel zitten wachten tot het beest toeslaat, als Vladimir met al zijn opgekropte frustraties achter zijn therapeute aan gaat.
Ze zijn dan beland in een typisch product van deze tijd: een tot therapeutisch kuuroord omgebouwd klooster waar 'vriendelijkheid' verplicht is en het antwoord op woede 'loslaten' heet. Therapie heeft de rol van religie in onze samenleving overgenomen, lijkt Hemmerechts te willen zeggen: daarin zoeken de mensen balsem voor de ziel en vergeving van hun zonden.
In Hemmerechts' roman Margot en de engelen uit 1997 kwam ook al zo'n man voor met 'een wolf' in zich, en zowel Margot als haar moeder probeerde het beest te temmen door zich seksueel beschikbaar te stellen of zich op te werpen als begripvolle therapeut. Hemmerechts gaat het ook om de traditionele rol aan te kaarten die een vrouw zich aanmeet in een relatie met een man - of die de man háár aanmeet. Nooit zijn haar personages vrij; allemaal hebben ze hun trauma's en demonen, meestal bepaald door familie, jeugd, gender en opvoeding.
Moord of zelfmoord
In Vladimirs leven keert alles zich tegen hem. Hij trouwt Rita en gedraagt zich als een vader voor haar kinderen, maar ook dat leven blijkt gebaseerd op leugens. De wolf in hem gromt en grauwt … Als Vladimir dan ook nog door diens zus weggehouden wordt van het ziekbed van zijn enige vriend Leander, de stand-upcomedian, lijken de remmen los. Leander is niet woedend, zoals zijn pianist. Hij heeft de gave om van tragedie humor te maken, en is daarbij ook nog blind, zwart en uit Tsjaad geadopteerd door een witte familie - Hemmerechts haalt scherp uit naar de valse solidariteit van Europeanen tegenover Afrikanen. Sowieso grossiert de schrijfster in puntige ironische beweringen.
Tot halverwege de roman, als een dodelijk ongeluk het hele verhaal doet kantelen, is de veronderstelling van de lezer dat het niet meer goed zal komen met de eeuwige loser Vladimir. Zijn pijn is zo groot dat alleen moord of zelfmoord een uitweg biedt. Maar als je de roman vergelijkt met het bekende sprookje, dan is Vladimir de wolf, zijn therapeute Roodkapje en Leander de jager die de buik van de wolf weer netjes dichtnaait en hem niet de put in gooit - de waterput trouwens waar Leander als baby door zijn ouders ingegooid en door een arts van een ngo uitgevist is. Leander is een blinde ziener; Hemmerechts speelt virtuoos en vederlicht met verwijzingen naar de mythes van Oedipus en Tiresias, die met blindheid werd gestraft toen hij 'de vrouw' antwoordde op de vraag van Zeus en Hera wie het meest plezier beleefde aan seks: de man of de vrouw. Maar ook de helderziende Tessa is het tegenovergestelde van 'ziende blind'. Leander en Tessa zien in Vladimir niet de loser, maar een goed mens bij wie onder de woede een verlangen naar liefde schuilt. Voor het eerst voelt Vladimir hoe het is om van iemand te houden.
Hemmerechts schreef een sprookje vol venijn maar met een onwaarschijnlijk goede afloop. En gek genoeg doet dat zoet toch wat af van het zuur. Wolf begint ijzersterk, maar voelt tegen het einde minder onontkoombaar dan eerdere romans van Hemmerechts. Misschien omdat wij niet meer gewend zijn aan romans waarin het goed afloopt, de wolf getemd en het gevaar geweken is?
De Geus, 234 blz., 20,99 €. Verschijnt op 20 februari.
Masquer le texte