De drie weeskinderen Violet, Claus en Roosje Baudelaire worden achtervolgd door graaf Olaf, die hun fortuin wil inpikken. In dit elfde deel in de 'Ellendige avonturen'-reeks* komen de drie wezen terecht op de onderzeeboot van kapitein Tegendraads en zijn stiefdochter Fiona. Samen gaan ze op zoek naar de geheimzinnige suikerpot, voordat graaf Olaf hem vindt. Ze dalen af in de Gruwelgrot, maar daar komen levensgevaarlijke paddenstoelen voor. Een onderhoudend verteld verhaal, waarin een alwetende verteller zich vaak op humoristische wijze tot de lezer richt om moeilijke woorden te verklaren en vooral probeert de lezer te ontmoedigen om verder te lezen. Het boek is zelfstandig te lezen, al wordt er wel veel verwezen naar gebeurtenissen uit de eerdere delen. De tekst is gedrukt in een ouderwetse letter en bevat fijne potloodtekeningen in grijstinten. Een aanrader voor griezelliefhebbers vanaf ca. 11 jaar.