Tijdens een vakantie in Noorwegen ontmoet Frederik Karlijn, een meisje dat niet ver bij hem vandaan blijkt te wonen. Zij zoekt na de vakantie weer contact met hem en lijkt verliefd op hem te zijn. Frederik twijfelt sterk aan zijn gevoelens voor haar. Hij denkt meer aan mannen die hij bij verschillende gelegenheden ontmoet heeft: een jongeman die voorlichting over HIV geeft, een man in de trein. En dan is er nog de man in het café waar de scholieren elkaar geregeld treffen. Slechts langzaam dringt tot Frederik het besef door dat hij mannen aantrekkelijk vindt. Achteraf kan hij reconstrueren dat hij zijn geaardheid voor het eerst vermoedde toen hij links van de lindeboom stond. Een nare ervaring met een van de mannen leert hem uiteindelijk de waarde van Karlijns vriendschap inzien. Op integere wijze laat de auteur de lezer de worsteling naar het vinden van zijn eigen identiteit met Frederik meebeleven. Op de achtergrond spelen de denigrerende woorden van zijn vader mee die Frederik op zijn zesde verjaardag opving. Frederiks vrees voor seroposititviteit na een vluchtig seksueel contact, waardoor hij volledig van slag raakt, komt eveneens geloofwaardig over. Het in beige tinten uitgevoerde omslag toont een man op de rug gezien, slechts gekleed in een handdoek. Vanaf ca. 13 jaar. Masquer le texte