Er zijn van die boeken waar je van uitgaat dat ze in vertaling beschikbaar zijn. Tot mijn verbazing verschijnt pas deze week de Nederlandse versie van Bluets van de Amerikaanse schrijfster Maggie Nelson, een boek van 2009. Misschien komt de vertaling er zo laat omdat het boek moeilijk te omschrijven is, voor de boekhandelaar altijd een probleem. Want in welk rek zet je Bluets? Poëzie? Essay? Autobiografie? Filosofie? Ik zou het naast de kassa leggen, zodat alle klanten het zien liggen, want dit boek verdient eenieders aandacht.
De titel van het boek verwijst naar het favoriete schilderij van Maggie Nelson, Joan Mitchells Les bluets van 1973, Nelsons geboortejaar. Het is een abstract drieluik met blauwe kleurvlakken tegen een witte achtergrond. Het is een werk dat ook verhalenschrijfster Lydia Davis inspireerde tot 'A writer wrestles with a painting' (in Artforum, januari 1996).
Blauw is de kleur waar Nelson verliefd op is. Waarom blauw? Daar is niet meteen een verklaring voor. We kunnen niet kiezen van wat of van wie we houden. Nelson voelt zich toch zelfverzekerd genoeg om over haar relatie tot de kleur te schrijven. Ze zit er niet mee dat de helft van alle volwassenen in de westerse wereld ook van blauw houdt of dat er gemiddeld om de twaalf jaar een boek over de kleur verschijnt. Ze schrijft zonder terughoudendheid over de kleurenleer van Goethe, Over kleur van Ludwig Wittgenstein, het turkoois van de oceaan, de blauwe baltsplaatsen van de prieelvogel, International Klein Blue, lapis lazuli uit de Sar-e-Sang-mijn, een zelfhulpboek met als titel The deepest blue, de 'cyanometer' van Bénédict de Saussure, de blauwe regenjas van Leonard Cohen of Andy Warhols Blue movie. Ze probeert te achterhalen wat de kleur blauw voor haar persoonlijk kan betekenen. Dat is voor iedereen anders. Ik dacht aan een paar van mijn eigen voorkeuren waar Nelson het niet over heeft: earl grey met korenbloemen, ridderspoor en de film Blue van Derek Jarman.
Bluets bevat 240 proposities, een vorm die Nelson dankbaar ontleende aan Wittgensteins Tractatus logico-philosophicus. Ze verzamelde de korte teksten, die je net zo goed mini-essays of prozagedichten kunt noemen, in de drie jaar waarin ze treurde over een verloren liefde terwijl ze zorg droeg voor een vriendin die na een ongeval verlamd was geraakt. Ze stelt vragen over liefde en pijn, vragen waarop ze niet altijd een antwoord kan geven. Ze voelt zich verloren en hoopt dat het gemis van de geliefde zal overgaan. De laatste keer dat ze hem zag, droeg hij een lichtblauw hemd. Kan het schrijven over de kleur blauw helend werken?
Stalking
Het boek is ook een brief aan de geliefde. Nelson voelt zich minder alleen wanneer ze in die vorm schrijft, wanneer ze zich tot iemand richt. Ze bekent dat ze niet weet hoe ze anders zou moeten schrijven. Meteen spreekt ze ook rechtstreeks de lezer aan. Dat contact leggen is misschien wel Nelsons grootste kwaliteit.
Dat viel ook op in haar bijzondere boek De Argonauten (2015), waarin ze schrijft waarom ze schrijft over de dingen waarover ze schrijft en haar twijfels daarover deelt. Waarover kan je schrijven als het over intieme zaken gaat? In hoeverre kun je schrijven over de personen die daarbij betrokken zijn? In De Argonauten is dat haar partner, de genderfluïde kunstenaar Harry Dodge; in Bluets zijn dat haar ex-geliefde en de verlamde vriendin. Nelson stelt pertinente vragen over de ethiek van het autobiografische schrijven. Het gevaar dat altijd latent aanwezig is, werd reëel toen ze na de publicatie van haar boek Jane. A murder (2005) een privédetective moest inhuren om haar te beschermen tegen een stalker die dreigementen uitte.
Dat ze in Bluets vermijdt om al te veel specifieke herinneringen aan haar ex te beschrijven, heeft nog met iets anders te maken. Ze verwijst naar Socrates en Phaedrus die debatteren over of het geschrevene de herinnering doodt of helpt. De vraag is: maakt wat opgeschreven is de kracht van onze geest kreupel of geneest het net de vergeetachtigheid? Ik denk hierbij aan Vladimir Nabokov die in Speak, memory aarzelt om te schrijven over zijn kindermeisje omdat hij vreest dat hij daardoor al zijn herinneringen aan haar zal uitwissen.
In ieder geval: schrijven doodt de tijd, net als neuken. Dixit Maggie Nelson.
Rouw
Woorden zijn slechts woorden. Nelson citeert de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty, die vindt dat woorden niet lijken op de dingen die ze aanduiden. Ze wil dat haar ex-geliefde weet dat er een tijd was waarin ze liever hem aan haar zijde had dan welke woorden ook, dat ze liever hem aan haar zijde had dan al het blauw in de wereld. Ze mijmert dat ze op haar sterfbed haar liefde voor de kleur blauw en het vrijen met haar ex zou vernoemen als de twee heerlijkste sensaties die ze gekend heeft.
Bluets is rouwverwerking. Waarschijnlijk heeft Nelson er daarom drie jaar aan geschreven. Drie jaar is de tijd die psychologen vaak nodig achten voor zo'n proces. Ze verwerkt haar verlies in prachtig vormgegeven zinnen. Haar taal lijkt eenvoudig maar is gepolijst. Het levert puur leesplezier op. In De Argonauten vertelt ze dat ze zichzelf niet ziet als een creatief iemand. Schrijven is, volgens haar, haar enige talent. Maar schrijven ziet ze niet zozeer als een creatieve daad maar als een manier om inzicht te verwerven. Samen met Ralph Waldo Emerson, die treurt om zijn zoontje, moet ze echter vaststellen dat verdriet ons niets kan leren: 'I grieve that grief can teach me nothing'.
Gelukkig weten we, dankzij De Argonauten, dat Maggie Nelson na deze periode van rouw haar grote liefde vond, zwanger werd, een kind kreeg, erkenning verwierf. Ik vraag mij af: houdt ze nog steeds zo veel van blauw?
Vertaald door Nicolette Hoekmeijer, Atlas Contact, 128 blz., 22,99 €.
Masquer le texte