Het werd stilaan tijd dat de 10-delige politiereeks van het Zweedse schrijversduo Maj Sjöwal en Per Wahlöö in een nieuwe druk verscheen, want de laatste uitgave dateerde ondertussen al weer van 1982 (een uitgave van de Zwarte Beertjes/Bruna & Zn).

De serie verscheen oorspronkelijke in de periode van 1965 tot 1975. De politieke en sociale omstandigheden lagen toen heel anders en het levensritme werd nog niet bepaald door PC en mobilofoon, maar desondanks kan men met gerust gemoed stellen dat deze politieromans geenszins gedateerd overkomen. Hoogstens hebben ze een kwaliteitsvol patina verworven en daarmee ook een ereplaats in de top-10 van de beste misdaadseries van de voorbije eeuw. Bestond er voor twintig jaar nog enige terughoudendheid tegenover het genre, dan is men het er nu, van thrillerfanaat tot literatuur freak, over eens dat deze romans tevens een hoge literaire waarde hebben, en ook op dat vlak het niveau halen van die andere reus, Simenon, die zich evenmin zorgen maakte in welk vakje zijn werk werd ingedeeld.

Het oeuvre van het Zweeds schrijverspaar situeert de populaire hoofdfiguur Martin Beck en de talloze memorabele personages telkens op het scherp van de snede. De misdaad in deze romans situeert zich in het breukgebied tussen individu en maatschappij, waardoor in de tegenstelling tussen individuele verwachtingen en maatschappelijke verordeningen conflicten ontstaan die voor beide partijen verstrekkende gevolgen hebben. De steeds terugkerende combinatie van actie en emotie, spanning en maatschappijkritiek, verleent aan deze spannende boeken een waardevol en beklijvend karakter.

In het eerste deel, De vrouw in het Götakanaal, wordt een dode vrouw aangetroffen in het sluisklok van Borenshult. Niemand was echter als vermist opgegeven en geen verzoek tot opsporing komt overeen met het signalement van de vermoorde. De zaak lijkt onoplosbaar, maar inspecteur Martin Beck komt de dader desondanks op het spoor. Het tweede deel in de serie, De man die in rook opging, voert de lezer terug naar de tijd van de koude oorlog. In Boedapest wordt journalist Alf Mattson al veertien dagen vermist. Het weekblad waar hij voor werkt vreest een schandaal, maar de Zweedse regering wil het land achter het IJzeren Gordijn niet onnodig belasten en diplomatieke spanningen vermijden. Martin Beck gaat dan ook incognito zelf op onderzoek uit.

De serie is opgevat in een groter en handiger formaat, wat het leesproces aangenamer maakt. Per Wahlöö overleed in 1975 en Maj Sjöwall legde ondertussen de pen neer, maar hun werk is nog springlevend. [Staf Schoeters] Masquer le texte

Wanneer een baggermolen bij toeval het stoffelijk overschot ophaalt van een aan boord van een Zweeds passagiersschip vermoorde Amerikaanse jonge vrouw, neemt de recherche het speurwerk ter hand. Psychologisch verantwoorde, reële politieroman van deze twee Zweedse schrijvers, behorend tot de reeks uitstekende detectives waarin zij speurwerk en maatschappijkritiek verenigen. Paperback; kleine druk.