De boektitel intrigeeert direct: een vraag, die eindigt met een uitroepteken. De auteur duidt op allerlei manieren hoe het zit met de zinnen in de taal. Wanneer is een zin een zin? Wat gebeurt er onder je hersenpan als je een zin zegt of hoort? Wat is het nut van het ontleden? Welke verschillende betekenissen geeft alleen al het woordje ‘als’ aan een zin? Waarom kun je wel zeggen: ‘dat lijkt mij niets’, maar niet: ‘dat ruikt mij niets’? Hoe zit het met talen, dialecten? Waarom is de context van zinnen zo belangrijk? Inderdaad, veel vragen, die de schrijver echter in goed Nederlands en met humor omzet in zinnen met punten en uitroeptekens. Een aanrader voor de geschoolde taalliefhebber. Toch zijn er kanttekeningen te plaatsen. Boektitel, omslag en hoofdstukkopjes suggereren dat dit lichtvoetig leesvoer is. Ten onrechte. De lezers moeten hun hoofd er goed bij houden om alles te begrijpen. Bovendien zijn de hoofdstuktitels weliswaar, speels, maar niet inhoudelijk. Vind dan maar eens een specifiek item terug. Masquer le texte