Dit boek handelt over de Eerste Wereldoorlog en met name over het front in de Westhoek van Vlaanderen. Sinds de opening van het museum 'In Flanders Fields', is hier weer grote belangstelling voor. Voor volwassenen zijn er al degelijke handboeken, onder andere dat van Sophie de Schaepdrijver, 'De Groote Oorlog'. Marcel Rouffa en Mark Van Oppen schreven dit boek voor jongeren, maar ook volwassenen kunnen er wat uit leren. Het bestaat uit losse impressies, sfeerbeelden, die van het terrein zelf vertrekken: aan de Ieperse Menenpoort, op oorlogskerkhoven zoals Langemarkt of Tyne Cot bij Passendale, in de loopgraven. Ze zijn verduidelijkt door tekeningen van oorlogskledij, kanonnen (dikke Bertha), scénes uit het dagelijks leven van de soldaten, humoristische strips. De auteurs spreken ook over de rol van Nederland en de pro-Duitse houding die er toen overheerste. Het is een geslaagde methode om bij jongeren meer interesse te kweken voor het verleden. Maar men mist een verklarende begrippenlijst (met woorden zoals Salient en Tyne Cot) en ook een overzicht van de oorzaken, aanleiding, partijen, verloop en gevolgen. Nu kan men het verhaal niet in zijn historische kader plaatsen. Alleen het geografisch kader staat erin: de frontlijn van Nieuwpoort tot Bazel. Masquer le texte