Interview. Sociale onbeholpenheid gecombineerd met een rijk verbeeldingsleven. Het is iets wat de personages van de Amerikaanse performer, filmmaakster en schrijfster Miranda July wel vaker typeert. 'Ik aanvaard mijn eigen onbekwaamheid, die van mijn ouders, en die van iedereen om mij heen.'
"Tijdens het schrijven schaamde ik me af en toe. Dan zei ik tegen mezelf: niemand hoeft dit te lezen, je kunt deze passage weer verwijderen, geen zorgen - je bent veilig." Het waren passages "als een harig beest zonder kleren aan", zegt Miranda July (41). Niet aangenaam om te lezen, te ongemakkelijk, te dol. "Tijdens het herschrijven heb ik die stukken in het boek wat veraangenaamd, om ze voor de lezer draaglijker te maken."
Dat gold bijvoorbeeld voor de seksuele fantasieën van haar hoofdpersoon, Cheryl Glickman. "Ze is een heteroseksuele vrouw die fantaseert over een man en een vrouw die het met elkaar doen. Alleen is zij in die terugkerende fantasieën niet die vrouw, maar de man. En geen gentleman, maar een man die een aantrekkelijke vrouw hardhandig neemt. Voor mij voelde dat in zekere zin normaal - waarom zou je als heteroseksuele vrouw niet kunnen fantaseren dat je die man bent? En toch had ik het nog nooit gehoord, heb ik het er nooit met iemand over gehad."
Het mannelijke seksuele gezichtspunt is alomtegenwoordig, zegt July, vanachter haar laptop in Los Angeles - de ontvangst via Skype is kraakhelder.
"Fantasieën zijn ingewikkeld; je kunt opgewonden raken van dingen die je in het echte leven niet zou willen doen. Neem borsten: die zien we voortdurend, overal. Ik heb relaties gehad met vrouwen, ik heb mijn kansen met borsten gehad, en ik vind borsten nogal oninteressant. En toch kan het gezichtspunt van de opgewonden man die naar vrouwenborsten kijkt voor mij aanlokkelijk zijn. Ook ik absorbeer dat mannelijke gezichtspunt. De seks waarin de vrouw genomen wordt, is de seks die we voortdurend zien. Het is een bereikbare fantasie - veel bereikbaarder dan mijn eigen diepste fantasieën vaak zijn."
Eigenlijk wil July liever niet theoretiseren over haar werk, of de bedoelingen die ze ermee heeft. Statements maken wil ze al helemaal niet. "Maar nu doe ik het toch. Nu ben ik heel stellig allerlei dingen aan het zeggen die eigenlijk genuanceerder liggen. Ik heb niks tegen borsten, bijvoorbeeld. Een mooi paar borsten kan ik, zeker in visueel opzicht, best waarderen."
Dwangmatig
Cheryl Glickman is de hoofdpersoon in De eerste foute man, de debuutroman van Miranda July (41), kunstenares, performer, filmmaker en schrijver. Cheryl is 43 jaar en alleenstaand, woonachtig in Los Angeles en werkzaam bij Open Palm, een bedrijf dat video's maakt die het midden houden tussen zelfverdedigingsinstructie en aerobics.
Cheryl kan nauwelijks slikken, omdat ze het gevoel heeft dat er iets vastzit in haar keel. Ze is heimelijk verliefd op de meer dan twintig jaar oudere Philip, maar de man zelf heeft een voorkeur voor tienermeisjes - een voorkeur waarmee hij Cheryl bovendien steeds lastigvalt, door per sms te vragen of het oké is als hij met zijn zestienjarige vriendinnetje naar bed gaat. Ook houdt Cheryl er een rigide huishoud- en schoonmaaksysteem op na. Spullen verplaatst ze zo min mogelijk. Een boek lezen doet ze naast de boekenkast, vuile was gaat meteen in de wasmachine, ze eet uit de pan. Handdoeken opvouwen doet ze zittend op de wc, want dan heeft ze toch haar handen vrij, en het wc-papier waarmee ze zich zal afvegen, gebruikt ze eerst om overtollig talg van haar gezicht te deppen.
Dit leven wordt overhoopgegooid wanneer het echtpaar dat eigenaar is van Open Palm erop aandringt dat Cheryl hun dochter een tijdje in huis neemt - de reden blijft in het midden, maar Cheryl stemt zonder morren toe. Die dochter, Clee, is begin twintig, lui, heeft problematische zweetvoeten, laat overal felgekleurde strings slingeren en gedraagt zich asociaal tegenover haar gastvrouw. Cheryl heeft het moeilijk met Clee, die op de zetel ligt en niets anders doet dan realityseries kijken, maar durft er niets van te zeggen.
Cheryl is passief, overal, altijd, behalve in haar eigen fantasieën, en niet alleen de seksuele. Een terugkerende fantasie is die waarin ze een diepgaande band heeft met een mysterieuze baby, Kubelko Bondy geheten. Die verloren zoon herkent ze in willekeurige baby's op straat en in winkels; waarna ze in gedachten liefdevolle gesprekken met haar soulmate voert.
Liefhebben
Voor kenners van July's werk zal dit allemaal nauwelijks vreemd klinken. Eenzaamheid en het onvermogen tot het maken van contact zijn steeds terugkerende thema's, haar hoofdpersonen zijn vaak - meestal - alleenstaande vrouwen met een rijk fantasieleven.
In haar films speelt July die vrouwen zelf, zoals in Me and You and Everyone We Know (2005), haar eerste speelfilm en een instant culthit. Die hoofdpersoon is alleenstaand, performancekunstenares en heeft moeite met sociaal contact.
Het best bijgebleven uit die film zijn de scènes waarin een jongetje van zes chatsessies onderhoudt met een, naar later blijkt, galeriehoudster van middelbare leeftijd. Het jongetje laat zijn zesjarige fantasie de vrije loop en schrijft: 'Jij poept in mijn kontgat en ik poep dezelfde poep terug in jouw kontgat. Heen en weer. Voor altijd.' De galeriehoudster vindt het opwindend, waarna ze haar chatpartner dolgraag in het echt wil ontmoeten. Het leidt tot een oprecht liefdevol tafereel op een bankje in een park, waar het jongetje en de galeriehoudster elkaar diep in de ogen kijken en innig omhelzen.
Na Me and You and Everyone We Know maakte ze nog een speelfilm, The Future (2011), ze schreef de verhalenbundel Het kiest jou (2011) en nu is er deze debuutroman. Haar goede vriendin Lena Dunham, maker van hitserie Girls, noemde De eerste foute man 'een bijbel': "Nooit heb ik een roman gelezen die mijn seksualiteit, mijn spiritualiteit en mijn geheimste zelf zo aansprak als dit boek, en ik weet dat ik daar niet alleen in sta."
Miranda July groeide op in Berkeley als kind van twee schrijvende ouders. Haar vader, Richard Grossinger, schreef planken vol newageboeken en noemt zichzelf psychospiritueel ontdekkingsreiziger. "Mijn ouders logeren nu bij mij. Allebei zitten ze de hele dag achter hun laptop. O god, denk ik, als ik dat zie: ben ik net zoals zij? Ik ben zó bang om zo te worden, dat ik regels heb opgesteld. Ik sta mezelf niet toe om mijn laptop open te klappen in een sociale setting, of als mijn zoontje van twee erbij is. Ik probeer er echt te zijn. Dat klinkt simpel, maar het kost veel moeite."
Haar vader noemde ze nooit 'dad', hij wilde met zijn voornaam worden aangesproken. "Het was interessant hem als vader te hebben, want ik kon met al mijn filosofische vragen bij hem terecht. In sommige opzichten was het een voordeel dat mijn ouders schreven. Ik ben een ontzettende workaholic, ik ben gedisciplineerd: dat heb ik deels van mijn ouders geleerd. Maar als je doel in het leven is om anderen lief te hebben en deel uit te maken van een gezin, is het hebben van ouders zoals die van mij absoluut geen voordeel. Mijn ouders waren niet heel betrokken bij wat ik en mijn broer allemaal deden. Zij zaten in hun eigen wereld, wij in die van ons."
Narcistisch
Omdat ze haar 'eigen territorium' wilde afbakenen, schreef July in eerste instantie geen boeken, maar maakte ze films en performances. Op haar zestiende schreef ze een toneelstuk gebaseerd op de briefwisseling die ze had met een man die in de gevangenis zat wegens moord.
"In een tijdschrift las ik over Prison Pen Pals, zo kwam ik aan zijn contactgegevens. Ik was op zoek naar contact met iemand uit een totaal andere wereld. In het dagelijks leven is het moeilijk met iemand in contact te komen met wie je niets gemeen hebt, want zo is onze wereld nu eenmaal ingericht. We schreven jarenlang. Toen hij zich realiseerde dat ik geen romantische interesse had, overlaadde hij me met vriendschappelijke liefde, zoals een lievelingsoom zou doen. In die jaren had ik weinig anders dan onze penvriendschap; ik besteedde er al mijn vrije tijd aan. Toen ik ging studeren, stopten we met schrijven, omdat ik er te weinig tijd voor had. Hij begreep dat, wat ik knap vond, aangezien ik de enige persoon was buiten de gevangenis met wie hij contact had. Daarna schreef hij nooit meer."
July hield het studeren twee jaar vol en verhuisde toen naar Portland, Oregon. Daar begon ze zich feminist te noemen en films te maken - haar achternaam veranderde ze van Grossinger in July, naar eigen zeggen een daad van feministisch verzet. En ook De eerste foute man is een feministisch boek, zegt July. "Ik heb met Cheryl een vrouw beschreven die ik nog nergens anders beschreven heb gezien, en ik heb me niet laten leiden door heersende ideeën over wat een vrouw zou moeten zijn of doen. Dat kun je een feministische daad noemen."
Voor de buitenwereld lijkt die vrouw misschien een sneu figuur, maar dat is Cheryl allerminst, zegt July. "Anderen zouden misschien zeggen dat ze de connectie met de buitenwereld mist. Ze heeft veel dingen niet door, ze interpreteert het gedrag en de uitspraken van anderen totaal verkeerd. Tegelijkertijd heeft ze haar trots. Voor de duidelijkheid: ik ben Cheryl niet; ik functioneer goed in deze wereld. Maar ik voel me wel met haar verwant. Voor mij is Cheryl geen idioot."
Haar personages zouden alleen maar met zichzelf en hun bevoorrechte wereldje bezig zijn, volgens critici die haar werk navelstaarderig, soms zelfs narcistisch noemen. "Als mijn werk goed is, zou dat niks moeten uitmaken. Kijk naar Proust en Kafka: de meeste kunst draait om mensen die naar zichzelf kijken. Pas als het werk niet goed genoeg is, zou dat narcisme misschien kunnen gaan storen. Dat laat ik iedereen zelf bepalen."
July is nu eenmaal gefascineerd door de onhandige manieren waarop wij allemaal contact met anderen proberen te maken, en daar niet al te vaak in slagen. "Als ik schrijf, of het nu een boek is, een film of een verhaal, sta ik open voor die onhandigheden. Ik veroordeel mijn personages niet, en om dat te kunnen doen, moet ik mijn eigen onbekwaamheid accepteren, die van mijn ouders, en die van iedereen om mij heen. In het dagelijks leven ben ik juist heel veroordelend - naar mezelf, naar iedereen. Als ik Cheryl in het echt zou kennen, zou ik denken: get it together. Het is een wonder dat ik kunst kan maken waarin ik het tegenovergestelde kan doen van wat ik gewoonlijk doe."
Ontberingen
Overigens wordt het relationele ongemak alleen maar erger, denkt July, naarmate de leeftijd vordert. "Als twintiger zie je nog niet de helft van wat er tussen mensen gebeurt. Twintigers zijn vooral de ster in hun eigen show. Als je weinig hebt meegemaakt, ben je nu eenmaal minder empathisch. Twintigers zijn zich vaak niet eens bewust van het feit dat ook zij ontberingen zullen meemaken. Maar uiteindelijk krijgt iedereen wat voor zijn kiezen. Als je ouder wordt, ben je je meer bewust van al dit soort dingen. Door dat bewustzijn worden relaties vaak ingewikkelder."
Laatst had ze een boeiend idee: een verhaal over twee hoofdpersonen die geen moeite hebben met zichzelf en met relaties. Hoofdpersonen, kortom, die het behoorlijk op een rijtje hebben. "Interessant, dacht ik, misschien zegt dat iets over waar ik zelf nu sta in het leven. Maar elke keer als ik aan dat idee wilde werken, had ik geen flauw benul waar ik moest beginnen."
SARA BERKELJON ■
Masquer le texte