Joupy is een vrolijke, kleine zeehond die in dit eenvoudige prentenboek de hoofdrol speelt. Joupy duikelt en spartelt in het water en vindt een witte veer. Terwijl hij zich afvraagt aan wie die veer zou toebehoren, hoort hij ‘kok-kok-kok’. Hij ontdekt een meeuw die niet ver van hem vandaan op een boei zit en zich voorstelt als Kokmeeuw. Joupy plaagt de meeuw, vraagt waarom ze niet ‘kak-kak-kak’ of ‘kik-kik-kik’ zegt en noemt haar spottend ‘kakmeeuw’. Dat laat Kokmeeuw zich niet zeggen. Ze neemt wraak door haar uitwerpselen pal op het hoofd van Joupy te laten vallen en ze vindt dat zelf een leuke grap. Gelukkig blijven de twee niet lang boos en samen gaan ze op zoek naar iemand die de witte veer wil hebben. Joupy ontmoet allerlei waterdieren zoals de baars, de krab en de eend. Ook het zeepaardje weigert de veer, met een beleefd versje. Ten slotte zien Joupy en Kokmeeuw op het strand een klein meisje dat erg blij is met de veer en deze op haar muts steekt. Monica Maas maakt gebruik van …
Lire la suite
Joupy is een vrolijke, kleine zeehond die in dit eenvoudige prentenboek de hoofdrol speelt. Joupy duikelt en spartelt in het water en vindt een witte veer. Terwijl hij zich afvraagt aan wie die veer zou toebehoren, hoort hij ‘kok-kok-kok’. Hij ontdekt een meeuw die niet ver van hem vandaan op een boei zit en zich voorstelt als Kokmeeuw. Joupy plaagt de meeuw, vraagt waarom ze niet ‘kak-kak-kak’ of ‘kik-kik-kik’ zegt en noemt haar spottend ‘kakmeeuw’. Dat laat Kokmeeuw zich niet zeggen. Ze neemt wraak door haar uitwerpselen pal op het hoofd van Joupy te laten vallen en ze vindt dat zelf een leuke grap. Gelukkig blijven de twee niet lang boos en samen gaan ze op zoek naar iemand die de witte veer wil hebben. Joupy ontmoet allerlei waterdieren zoals de baars, de krab en de eend. Ook het zeepaardje weigert de veer, met een beleefd versje. Ten slotte zien Joupy en Kokmeeuw op het strand een klein meisje dat erg blij is met de veer en deze op haar muts steekt. Monica Maas maakt gebruik van een gemengde techniek: kaders met zwart afgelijnde figuren en vlakken vult ze op met waterverf. Daardoor slaagt ze erin de weidsheid en de sfeer van de kust en de zee op te roepen. Ook het kleurgebruik draagt hiertoe bij. De figuren, of het nu dieren zijn of mensen, ogen erg vriendelijk. Regelmatig krijgt de lezer bovendien als het ware een doorkijkje in zee waar Kokmeeuw met haar kop en poten in duikt en daar de krab ziet friemelen met de veer of waar Joupy onder water het zeepaardje ontmoet dat je echt ziet drijven. Onder elke illustratie staat de tekst (telkens twee à vier lijnen) in korte zinnetjes. Het feit dat Joupy het woordje ‘kak’ verschillende malen uitspreekt, zal zeker op veel bijval van kleuters kunnen rekenen.
[Hilde Debacker]
Masquer le texte