Na het overlijden van Paul Biegel in 2006 besluiten uitgeverij Holland en uitgeverij Lemniscaat om de 'Biegel Bibliotheek' uit te brengen, waarin de komende jaren een twintigtal van zijn beste titels verschijnen in nieuwe edities.


De honderd dwergjes van Tuil wonen op de hei en zijn dol op de honing die ze uit paarse bloemen halen. Dan komen koningin Zwoe en haar bijen echter in een dennenboom wonen. Doordat nu ook de bijen honing verzamelen, hebben de dwergjes onvoldoende volle potjes om de winter door te komen. Dappere Kleine Pier van Tuil gaat naar de koningin en vraagt om een potje honing. De andere dwergjes zijn onder de indruk.


Zo begint het avontuurlijke verhaal van de dwergjes van Tuil. Verder redden de dwergen de bijen wanneer die opgesloten zitten in hun dennenboom, vinden ze een oplossing voor het hoge hek van gaas rond het land Verderop, waar de aardappelen, wortelen en salade staan die de dwergjes in de winter aan de ? voor de dwergen zeer grote ? konijnen geven, en verjagen ze gevaarlijke kraaien door op potten en pannen te slaan. Kleine Pier neemt de leiding en vindt voor elk probleem een oplossing of alternatief. Voortaan heet hij daarom Grote Pier.


In het boek vindt Kleine Pier ook een cocon waaruit een prachtige vlinder komt, die hij Daphne noemt. Later gaan alle dwergjes naar het trouwfeest van Daphne en Jacob, en zorgt Kleine Pier voor hun zeven kinderen. Het dwergje waakt bij de laatste cocon, die maar niet wil uitkomen. Als het zevende kind van Daphne dan eindelijk toch uitkomt, krijgt hij de naam Virgilius. Deze 101e dwerg trekt op avontuur en komt niet meer terug. Dan verschijnt hij echter plots weer op de hei en ontmoet Kleine Pier de dwerg die hij alleen kent uit de verhalen van de andere dwergen.


Kleine Pier, het voornaamste hoofdpersonage, is een dappere, ondernemende en zorgzame dwerg, waar de doelgroep zeker naar zal opkijken. Hij leert hen wat het is om voor iemand te zorgen en dat er voor elk probleem een oplossing is. De boodschap is dan ook dat je niet bij de pakken moet blijven zitten en iets moet ondernemen. [Emilie Vanpeteghem] Masquer le texte

De dwergjes van Tuil wonen op de hei en zijn dol op honing. Als er een enorme zwerm bijen in een dennenboom komt wonen, hebben de dwergjes een probleem. De bijen verzamelen namelijk ook honing. Kleine Pier weet bijna overal een oplossing voor. Dit is een van de avonturen die de dwergjes van Tuil in dit boek beleven. Ze helpen bijvoorbeeld de bijen wanneer de bijen opgesloten zitten in hun boom, gaan bij de konijnen op bezoek en Kleine Pier waakt over de cocons om ervoor te zorgen dat er niks mee gebeurt. Deel uit 'De Biegel Bibliotheek'. De verhalen, die voor het eerst verschenen in 1976, kunnen los van elkaar gelezen worden. Prettig leesbaar lettertype. De nieuwe sfeervolle, kleurrijke illustraties maken het boek erg aantrekkelijk. De illustraties lopen nog door als het verhaal al geëindigd is, waardoor de lezer langzaam het verhaal uitgeleid wordt. Mooie verzorgde uitgave met rode linnen band om het omslag. Voorlezen vanaf ca. 5 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.

Dit boek is een gezamenlijke uitgave van de uitgeverijen Holland en Lemniscaat. De dwergjes verschenen voor het eerst in 1976 bij uitgeverij Holland. Met honderd zijn ze, de dwergjes van Tuil. Ze leven op de hei harmonieus samen met de bijen en de elfjes. De hoofdfiguur is de kleinste dwerg met de toepasselijke naam 'Kleine Pier van Tuil'. In 21 korte hoofdstukjes volg je de wederwaardigheden van de dwergjes. Dwergjes zijn dol op honing die ze uit de heidebloemen halen. Ze doen ook een soort winterslaap. Kleine Pier is een natuurvriend; hij observeert een vlinder die zich ontpopt en geeft haar de naam Daphne. Later gaat hij zich als een soort grootvader gedragen als Daphnes popjes uitkomen. Het laatste popje laat lang op zich wachten maar Pier waakt. En als de vlinder er eindelijk uitkomt, krijgt hij de naam Virgilius. Want eigenlijk zijn er 101 dwergen maar de honderdenéénste, Virgilius, is lang geleden op avontuur vertrokken. Pier kent hem alleen uit de vele verhalen die over hem de ronde doen. Maar aan het eind van dit boek duikt hij weer op. De verhaaltjes zijn afgeronde gehelen en kunnen apart voorgelezen worden. Ze zijn gezellig en ideaal om voor te lezen vanaf vijf jaar, zelf lezen kan vanaf zeven jaar. Een waardevolle heruitgave.

Masquer le texte