Een huiskabouter, die elke nacht alles in het huis controleert en in orde brengt, raakt zo in de ban van de vertellingen van een fee, dat hij zijn plichten verzaakt en alle bewoners in moeilijkheden brengt. Het levensverhaal van de fee, waarvan ze iedere nacht een stukje vertelt, vormt een verhaal in een verhaal. Elk hoofdstuk begint en eindigt met de belevenissen van de kabouter; daartussen staat de spannende levensgeschiedenis van de fee, gedeeltelijk verteld door de fee zelf, gedeeltelijk door een alwetende verteller. Het boek leent zich goed tot voorlezen, mede door de opbouw in episodes en de levendige dialogen. Het is heel sfeervol en prikkelend geschreven; de auteur voegt nogal wat nieuwe woorden aan de Nederlandse taal toe. Het boek ziet er schitterend uit en is voorzien van de illustraties van Charlotte Dematons uit de vorige edite: aan het begin van ieder hoofdstuk staat een kleine kleurenillustratie en verder nog enkele grote kleurenillustraties en zelfs een aantal over dubbele pagina's. Ze geven goed de sfeer van het verhaal weer. Gouden Griffel 1993. Heruitgave bij een nieuwe uitgever, in groter formaat, met rood leeslint. Tegelijkertijd verschenen heruitgaven van 'De kleine kapitein' en 'Het sleutelkruid'*. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar. Masquer le texte

Nachtverhaal' is een wel zeer bijzonder sprookje. Tijdens een stormachtige nacht komt een fee aankloppen bij een huiskabouter die op zolder bij een oude grootmoeder in een poppenhuis woont. Eigenlijk wil hij haar helemaal niet in huis, want feeën zijn vals en halen toverstreken uit. Maar de fee vertelt hoe ze zo gehavend aan haar kapotte vleugels is gekomen. Haar verhaal is zo spannend, haar stem zo vriendelijk en haar verschijning zo lieftallig, dat de kabouter al snel in de ban geraakt. ’s Ochtends wordt ze ijl, voor de kabouter onzichtbaar. Hij zit in tweestrijd met zichzelf, want zijn gedachten willen haar zo snel mogelijk weg (misschien loert ze wel – onzichtbaar als ze is – de hele tijd naar hem, terwijl hij zich wast bijvoorbeeld) of toch juist niet, want hij is zo ontzettend nieuwsgierig (hoewel hij dat nooit zou toegeven!) naar het vervolg van haar verhaal. Het stramien is vergelijkbaar met 1001 nacht: elke nacht vertelt de fee een stuk van het verhaal en vermijdt zo dat ze het huis uitgezet wordt. Maar ook Rat en Pad, die in de kelder leven, zijn niet gediend met haar aanwezigheid. De kabouter die voorheen elke nacht in het huis rondging om te kijken of alles in orde was, vergeet zijn taak en de oude grootmoeder neemt een kat in huis. Naast de raamvertelling van de kabouter die nacht na nacht luistert naar de verhalen van de fee en de gevolgen die dat heeft voor het huis en zijn bewoners is er ook het avontuurlijke levensverhaal van de fee zelf. Dat wordt soms door haarzelf in de ik-persoon verteld en soms door een alwetende verteller, wat enigszins verwarrend is. Het vindingrijke verhaal speelt zich af in een wonderlijke, sprookjesachtige setting die bevolkt wordt door trollen, elfen, tovenaars en zelfs een reus en is bijzonder spannend, griezelig en behoorlijk overweldigend. Vlot lezend, met levendige dialogen en goed gekozen taal, waarbij soms nieuwe woorden worden gecreëerd. Zo is er de trol Urukuu die zeer overtuigend “Lillikerd” wordt genoemd, hetgeen niet bestaat maar toch de klemtoon legt op nog-lelijker-dan- lelijk. Schitterend geïllustreerd met sfeervolle, sprookjesachtige prenten en mooi ingebonden.
Masquer le texte