Achttien korte verhalen, uiteenlopend van een pagina tot maximaal negen, zijn samengevoegd en heruitgegeven in deze bundel uit oorspronkelijk 1957, nu met een nawoord door Dirk de Geest over de Vlaamse auteur (1933-1981) en zijn tijd eraan toegevoegd. Deze roept de vraag op of het hier gaat om een 'klassiek' boekwerk. Dat lijkt wat te veel eer. Maar interessant is het wel. De kerk en de clerus moeten het ontgelden. In 'Kannonnenapostolaat' bijvoorbeeld het relaas van een man die kanonnen maakt voor de kerk. In 'De mooie weduwe en het emerauden water' gaat een weduwe onder het graf van haar man naakt zwemmen met een aantal geestelijken. In 'De burgemeester en de Sioux' verkleedt de gemeenteraad zich als indianen. En 'La danseuse presque nue' bevat een minutieuze beschrijving van een striptease. De verhalen barsten van de metaforen, die niet alle (meer) even evident zijn voor de (nederlandse) lezer van bijna vijftig jaar na dato. Desondanks een aardig boekje voor naast het nachtkastje om voor het slapen gaan even een van de verhalen te lezen en daarna met een glimlach de ogen te sluiten. Kleine druk. Masquer le texte