Een houten paard zonder oren is niet kapot, het is doof. De illustrator Pieter Gaudesaboos pleit met zijn nieuwe prentenboek voor een revival van het betere retrospeelgoed.
Mechelen - Natuurlijk moeten we kinderen stimuleren om hun verbeelding te gebruiken. Maar in het Speelgoedmuseum in Mechelen druipt de vergane glorie zo onbeholpen van de muren dat zelfs de kinderlijke fantasie er zowat haar bovengrens bereikt. Het is waarschijnlijk sinds de oprichting van het museum in 1982 geleden dat er nog eens een nieuwe spot werd geïnstalleerd.
Zonde van de inhoud want in de muffe bunker zijn objecten van onschatbare waarde te vinden. Op de bovenste verdieping, ver weg van grijpgrage vingers, huist namelijk het speelgoedarchief. Op een rist rekken liggen duizenden auto's, treinen, robots en houten poppen gestapeld. Noem het de grot van Ali Baba, het walhalla van gepensioneerde hobbelpaarden of de zolderkamer van Sinterklaas: zo moet de natte droom van elke kleuter er dus ongeveer uit zien.
Ook de illustrator en auteur Pieter Gaudesaboos (33) wist niet wat hij zag toen hij voor het eerst toegang kreeg tot het archief. Dagenlang doorzocht hij tienta…Lire la suite
Mechelen - Natuurlijk moeten we kinderen stimuleren om hun verbeelding te gebruiken. Maar in het Speelgoedmuseum in Mechelen druipt de vergane glorie zo onbeholpen van de muren dat zelfs de kinderlijke fantasie er zowat haar bovengrens bereikt. Het is waarschijnlijk sinds de oprichting van het museum in 1982 geleden dat er nog eens een nieuwe spot werd geïnstalleerd.
Zonde van de inhoud want in de muffe bunker zijn objecten van onschatbare waarde te vinden. Op de bovenste verdieping, ver weg van grijpgrage vingers, huist namelijk het speelgoedarchief. Op een rist rekken liggen duizenden auto's, treinen, robots en houten poppen gestapeld. Noem het de grot van Ali Baba, het walhalla van gepensioneerde hobbelpaarden of de zolderkamer van Sinterklaas: zo moet de natte droom van elke kleuter er dus ongeveer uit zien.
Ook de illustrator en auteur Pieter Gaudesaboos (33) wist niet wat hij zag toen hij voor het eerst toegang kreeg tot het archief. Dagenlang doorzocht hij tientallen rekken en nam honderden foto's.
Het resultaat is Mijn allermooiste speelgoedwoordenboek , een boek met honderd eigenzinnige illustraties van speelgoedobjecten. Vergezeld van een enkel woord wil Gaudesaboos zo een alternatief bieden voor de al te saaie boeken die kinderen helpen hun eerste woorden onder de knie te krijgen. En verder is het een ode aan duurzame verbeelding. Ofte: retrospeelgoed.
Hype
'Ik ben zelf een amateurverzamelaar van speelgoed', vertelt Gaudesaboos. 'Ik voelde me de eerste keer in het Speelgoedmuseum dus als een vrouw in een schoenenwinkel. Neen, dat heb ik niet gezegd. Is die uitspraak nu seksistisch? Of strafbaar? Schrijf maar dat ik me als een kind in een snoepwinkel voelde.' Genoteerd.
Zijn ideale speelgoed is versleten. 'Een brandweerwagen met krassen in de verf of een paard met een oor af, die vind ik het mooist. Het zijn objecten die versleten zijn door uren spelplezier. Wie weet hoeveel kinderhanden er de meest hallucinante verhalen mee hebben bedacht.'
Maar na dagen onderduiken in een oud archief wilde Pieter Gaudesaboos herinnerd worden aan dat andere uiterste: de speelgoedwinkel anno 2012. 'Ontgoochelend, ja', zegt hij. 'Lelijke vormen, goedkope materialen. Als het maar flikkert en lawaai maakt. Het speelgoed vandaag is in weinig vergelijkbaar met het duurzame speelgoed van vroeger, dat voel je gewoon al aan het gewicht in je handen.' Vroeger woog het hout, vandaag wegen de batterijen. 'Speelgoed is een hype en niet langer bedoeld voor meerdere generaties. Maar nu klink ik echt oubollig.'
Frieten met mayonaise
'Laat kinderen kiezen wat ze willen eten en ze kiezen elke dag frieten met mayonaise. Als ouder moet je erop toezien dat je kind ook eens een olijf eet, bijvoorbeeld. Hetzelfde geldt voor speelgoed: zet kinderen in een speelgoedwinkel en ze kiezen er vaak het lelijkste uit. Durf je kind af en toe ook een sober en vooral mooi stuk speelgoed te geven want het is precies dat wat uitdaagt. Niet de robot met tien geluiden en vijftien kunstjes zal de fascinatie van een kind blijven prikkelen maar een eenvoudig stuk speelgoed waar een kind zelf een wereld mee opbouwt. Een pop die ze laat spreken, een auto die hij laat rijden. Precies dat mis ik: een kind kon vroeger veel meer van zichzelf in een speelgoedobject stoppen.'
Gaudesaboos zijn boek flikkert niet en maakt geen lawaai, op het geruis na wanneer je een bladzijde omslaat. De olijf onder de pluchen en opblaasbare kleuterboeken? 'Het is waarschijnlijk een van de soberste boeken voor 1,5-plussers, ja', grinnikt hij. 'Ik wilde die typische sfeer oproepen die aan speelgoed kleeft en waar wij als volwassenen nostalgisch naar terugverlangen: "Alles is goed, alles is probleemloos vrolijk." Kijk maar naar die poppen en beeldjes: ze glimlachen allemaal.'
'Soms twijfel ik wel eens. Idealiseren we onze jeugd? Ook ik had voeger een kleine spelcomputer. Mijn ouders vonden dat toen evengoed afgrijselijk, terwijl ik het nu als een retro-object in het boek heb opgenomen.'
En toch, het bewijs dat oud speelgoed soms net een tikkel uitdagender was, wordt af en toe op zijn woonkamervloer geleverd. 'Mijn petekinderen spelen met oude, houten dierenfiguren. Paarden met kapotte oren zijn doof, koeien zonder ogen blind. Dát is spelen.'
Masquer le texte