De droom van Baudelaire
×

De droom van Baudelaire
Commentaires
In De droom van Baudelaire komt Roberto Calasso terug op thema’s die hij reeds aankaartte in De literatuur en de goden (2001), zoals de ambigue manier waarop Baudelaire de vernieuwing in de kunst belichaamde.
Het herkennen van de klassieke schoonheidspotentie in het culturele verval van het romantisme was voor Baudelaire de aanzet voor het nieuwe. Zijn beleving van Parijs in de vroege industriële fase, zijn beschrijving en evocatie van de tot koopwaar vervallende mens en de daarmee gepaard gaande herdefiniëring van het ‘sterke individu’, dat alles is door Walter Benjamin uitvoerig gedocumenteerd. Opmerkelijk genoeg citeert Calasso slechts enkele keren Benjamin; de lezer voelt in dit boek Calasso’s niet geringe ambitie om door te dringen in suggestieve substraten in het dichtwerk van Baudelaire.
Een van die substraten is dat van de toenmalige schilderkunst. Al vroeg had Baudelaire zich ontpopt tot een fijnzinnig commentator van de Parijse Salons d’Automne, en had te…Lire la suite
Het herkennen van de klassieke schoonheidspotentie in het culturele verval van het romantisme was voor Baudelaire de aanzet voor het nieuwe. Zijn beleving van Parijs in de vroege industriële fase, zijn beschrijving en evocatie van de tot koopwaar vervallende mens en de daarmee gepaard gaande herdefiniëring van het ‘sterke individu’, dat alles is door Walter Benjamin uitvoerig gedocumenteerd. Opmerkelijk genoeg citeert Calasso slechts enkele keren Benjamin; de lezer voelt in dit boek Calasso’s niet geringe ambitie om door te dringen in suggestieve substraten in het dichtwerk van Baudelaire.
Een van die substraten is dat van de toenmalige schilderkunst. Al vroeg had Baudelaire zich ontpopt tot een fijnzinnig commentator van de Parijse Salons d’Automne, en had te…Lire la suite
Copyright (c) Vlabin-VBC
Centraal in deze diepzinnige studie staat de Franse dichter Charles Baudelaire, auteur van de beroemde dichtbundel 'Les Fleurs du Mal', prozagedichten en kunstkritieken. Naast een (terloopse) levensbeschrijving wordt een interpretatie geven van diens 'metafysische antenne' die hem in staat stelde verbanden te leggen tussen diverse soorten indrukken en artistieke expressies. Hiervoor wordt het dichtwerk van Baudelaire verklaard en in een context geplaatst, maar wordt er vooral aandacht besteed aan de schilders die hem intrigeerden: Ingres, Delacroix, Constantin Guys, Degas en Manet. Het boek is opgezet als een erudiete en fraai geïllustreerde causerie waarin de gids als een enthousiaste 'touche à tout' met veel verrassende citaten diverse zijpaden betreedt en zijn toehoorders soms naar adem laat happen. Meer nog dan de zoveelste Baudelaire-studie is het een boeiend overzicht van de schilderkunst van het Second Empire. Uitstekend vertaald.
-
Roberto Calasso
-
Els Van der Pluijm