Sherpa staat garant voor uitgaven en heruitgaven van een vaste groep auteurs, niet zelden uitgevoerd in zwart-wit en met een harde kaft. Mattotti, Baudoin, Andreas, Cabanes en Van der Meij, het zijn maar enkele namen die het fonds van deze eigenzinnige Amsterdamse uitgeverij sieren. De laatste jaren specialiseert Sherpa zich naast dit aanbod ook in een andere categorie; de heruitgaves. In de loop van 2006 en 2007 pikte Sherpa de prachtige reeks 'Arman & Ilva' van de hand van Lo Hartog van Banda en Thé-Tjong King terug op en stak die in een luxe-jasje. Nog net op de valreep van 2007 waaien vervolgens twee flink uit de kluiten gewassen Sherpa-hardcovers binnen: Rode Spijkers en De legers van de veroveraar. Bij een eerste blik op het tweede album denken we meteen terug aan de in 2006 bij Sherpa verschenen titel De wraak van Arn, van dezelfde tekenaar en scenarist. De wraak van Arn en deze twee nieuwe titels hebben nl. bijna hetzelfde folioformaat, een gelijkaardige afwerking en dezelfde sfeer op de cover.
"We lezen te veel en te snel", zo moet rondspoken in de geest van Matt Schifferstein, oprichter van deze eigenzinnige uitgeverij. In een stripwereld waar ieder jaar meer titels verschijnen en ook manga en graphic novels zich langzaam nestelen kijkt hij met zijn heruitgaves in hardcover achterom naar het striperfgoed uit lang vervlogen tijden. Hij bespaart zich de moeite niet om inhoudelijk extra inspanningen te leveren en kiest voor een degelijke afwerking. Dat resulteert in het niet onaardige prijskaartje dat aan deze albums hangt. De melding 'exclusief op 1000 exemplaren' moet de verzamelaars dan weer enthousiasmeren.
Nemen we eerst het album Rode Spijkers even onder de loep, waarin de hoofdrollen weggelegd zijn voor fantasylegende Conan de barbaar van Cimmerië en zijn metgezel Valeria. Het is het laatste (postuum gepubliceerde) 'Conan'-avontuur dat Robert E. Howard in 1936 schreef, en terzelfdertijd de laatste 'Conan'-stripbewerking die scenarist Roy Thomas en tekenaar Barry Windsor-Smith in 1973 samen maakten. Schifferstein heeft twintig lange jaren moeten wachten om uiteindelijk deze topper uit zijn favorietenlijstje in het Nederlands te kunnen uitgeven. Het is duidelijk dat deze puberstrip hem in zijn jeugdjaren goed in de greep hield, en daar zullen de grote porties eros en thanatos voor iets tussenzitten. De verhalen van Conan de barbaar hebben iets rauws, iets dierlijks. Conan wordt afgeschilderd als een primaat op zoek naar een wijfje en doodt graag. Ook Valeria is er niet vies van om bv. haar tegenstanders te martelen. Het verhaal is heel fysiek en gewelddadig, en combineert deze elementen met de nodige mystiek en gruwel. In dit laatste avontuur van Conan en Valeria komen we na een heel uitgekiende scène met een draak terecht in een stad die bevolkt wordt door twee rivaliserende bendes. Daar worden Conan en Valeria als huurlingen ingelijfd door één van de partijen en ten slotte door hun bondgenoten verraden. Tegen het einde blijven nog enkel de twee hoofdfiguren over, de rest is afgeslacht.
Wat maakt een dergelijk eenvoudig verhaal dan zo interessant voor heruitgave? Ten eerste wordt dit rauwe album omschreven als een van de donkerste van de reeks Conan, dé mijlpaal in het 'Sword & Sorcery'-genre. Daar komt de kunde van scenarist en tekenaar bovenop, die niet over de hele lijn vrijuit gaan maar toch een gedegen adaptatie afleveren. De sterke punten zitten hem vooral in de verhaalopbouw met een duistere sfeerschepping, de fysieke scènes en de knap gekozen camerastandpunten. Het tekenwerk is in de eerste helft van het verhaal behoorlijk, maar de tweede helft heeft net iets te veel last van sterk vervormde gezichten en merkwaardige anatomische vaststellingen. Deze heruitgave moet het dus vooral hebben van het iconische van het verhaal en de overigens prachtige afwerking van het album, met veel randinformatie.
De legers van de veroveraar hoort ook bij fantasy thuis maar heeft een andere invalshoek. In dit album krijgen we verschillende kortverhalen gepresenteerd die zich af lijken te spelen in een pseudohistorisch/mythisch Noord Afrika, waar inheemse woestijnbewoners de strijd aangaan met een 'Romeinse' veroveraar. Deze kortverhalen laten zich vooral typeren door de setting, sfeer en spanning, en eindigen telkens met een verrassende ontknoping. Tussen 1975 en 1977 verschenen deze verhalen in het alternatieve Franse stripblad 'Métal Hurlant', waar ze een oase van rust vormden tussen het grafisch geweld van Philippe Druillet, Moebius en Richard Corben. Dat was niet toevallig zo, want scenarist Jean Pierre Dionnet was terzelfdertijd ook uitgever van het legendarische stripblad. Nog later stichtte Dionnet de uitgeverij Les Humanoïdes Associés. En daar verscheen in 1976, ook al niet zo toevallig, een eerste Franse editie van een 'Conan'-verhaal met de titel Red Nails. De cirkel was rond.
Dionnet stak zijn bewondering voor Robert E. Howard niet onder stoelen of banken, en hij vertelt dan ook in een gelijkaardige epische stijl, met een mengeling van historische gegevens en fantasie. Historische gegevens en fantasie lagen ook nauw aan het hart van een tekenleraar met de naam Jean-Claude Gal, en dat resulteerde uiteindelijk in een jarenlange samenwerking tussen deze twee auteurs. De tekenstijl van de in 1994 overleden Gal was legendarisch. Zijn extreem gedetailleerde tekenwerk en zijn schitterende composities werden enkel nog overtroffen door zijn vaak experimentele paginaopbouw. Het is echt genieten van elke pagina, en de grafische opbouw vergroot de mystiek van de verhalen. De zes legerverhalen worden voorafgegaan door het debuut van het auteursduo met het korte verhaal Een verloren dorpje, ergens in de bergen. Na wat extra info en een interview krijgen we als dessert bovendien het eveneens prachtig uitgevoerde kortverhaal De Kathedraal. Met deze twee albums wordt bewezen dat goed geschreven en in beeld gebrachte verhalen blijven scoren, zelfs als ze al dertig jaar stof verzameld hebben.
Er komen op dit ogenblik in korte tijd ontzettend veel middelmatige albums uit op de Nederlandstalige markt, en het zou een mooie verdienste zijn mocht dit soort heruitgaves de huidige generatie mogen inspireren om zorgzaam om te gaan met het begrip 'kwaliteit'. De 'niet-literaire' aspiraties van dit soort werk ontkrachten trouwens de mythe dat kwaliteit sowieso literair is. Als het werk van Robert E. Howard soms smadelijk afgedaan wordt als 'pulp', laat ons de term dan vooral bewaren voor de uit houtpulp vervaardigde verschijningsvorm uit de jaren '30 tot '50. De inhoud van sword & sorcery, fantasy, science-fiction en horror mag dan wel wat ruwer of fantastischer zijn ? ook beschaafdheid kan doen gruwelen ?, ze brengen even grote parels voort als het meer literaire werk. De invloed van deze werken op de hedendaagse productie is moeilijk in te schatten, maar de te verschijnen animatieserie 'Rode Spijkers', waarvan enkele previews te zien zijn op
www.conanrednails.com, is alvast een fragmentair bewijs van hun klassieke status. [Stefaan Froyman]
Masquer le texte