Na de dood van grootmoeder Oleander Gardener, die een retraitecentrum voor Oosterse mystiek runde, leidt een collectie mysterieuze peulen, die onderdeel is van de erfenis, tot hernieuwde speculaties over wat er is gebeurd met drie familieleden. In de jaren tachtig verdwenen zij spoorloos tijdens een expeditie naar een eiland in de Stille Oceaan. Het boek beschrijft de complexe relaties binnen een familie van plantendeskundigen en hun onvermogen om met elkaar te communiceren. Het negende boek van deze auteur, verdeeld in tekstblokken van variërende lengte, waarin de gebeurtenissen steeds vanuit een ander perspectief worden belicht. Hoewel de auteur (1972) er een meester in is om met een paar woorden een bepaalde sfeer te creëren die verder uitweiden overbodig maakt, is dit verhaal met een bomvol plot vaak zo fragmentarisch, dat niet altijd duidelijk is wie of wat er aan het woord is, wat zich precies heeft afgespeeld en waar de grens ligt tussen droom en werkelijkheid. Hoewel zeker geen saai boek zal menig lezer aan het eind het gevoel hebben met lege handen achter te blijven. Masquer le texte