De Amerikaanse schrijver Tom Wolfe (1931) is de auteur van twee eclatante bestsellers: 'Het vreugdevuur der ijdelheden' (1987) en 'In alles een man' (1998; eerste druk 1,2 miljoen ex.). De laatste roman ontlokte een literaire rel toen Norman Mailer, John Updike en John Irving in koor de auteur bekritiseerden vanwege literaire oppervlakkigheid en gebrek aan verbeelding. Wolfe slaat in deze bundel essays 'De wereld en Wolfe' uit 2000 keihard terug. In het essay 'Mijn drie aangevers' geeft hij zijn visie op de neergang van de Amerikaanse roman in de 20e eeuw. Hij pleit voor een sociaal-realistische literatuur in de traditie van Zola, Dickens, Steinbeck en zichzelf en hekelt de anorexia van kunst om de kunst. In de bundel staan ook enkele staaltjes van new journalism (waar Wolfe het patent op heeft), op research gebaseerde artikelen over diverse onderwerpen: genetica en neurologie, de seksuele moraal van hedendaagse tieners, Silicon Valley en de Amerikaanse kunstkritiek. Wolfe schrijft scherp en sarcastisch en betoont zich een eigenzinnig chroniqueur van de Amerikaanse cultuur. Omslag met portret van de auteur. Vrij kleine druk. Masquer le texte