Mels (9) en de Antilliaanse Barton (10) zijn boezemvrienden. Barton beschermt Mels want dat is een angsthaas: hij is bang voor spinnen, donker en hoogte. Hij zou b.v. nooit in de boomhut van zijn zus durven klimmen. Als Barton op vreemde wijze van alles kwijtraakt, verdenken ze haar ten onrechte. Mels moet, zijn angsten overwinnend, de hut in op zoek naar de vermiste spullen. Vandaaruit ziet hij hoe hun tirannieke schooljuf een kwalijke rol in het geheel speelt. Het boek vraagt een literaire ontwikkeling van gemiddeld niveau door de snelle wisseling van locaties. De vijfentwintig zwarte, in gewassen inkt gemaakte tekeningen illustreren natuurgetrouw een aantal sleutelscènes. Alhoewel een onderwijzeres, die ’s nachts de kinderen van haar klas als heks verkleed lastigvalt, wel wat vergezocht lijkt, heeft de auteur, bekend van haar werk voor volwassenen, er een lekker spannend boek van gemaakt dat kinderen vanaf ca. 8 jaar zeker in één ruk zullen uitlezen.